Kabinet wil nog niet bezuinigen
De positievere vooruitzichten voor de Nederlandse economie veranderen niets aan het voornemen van het kabinet om pas in 2011 te beginnen met bezuinigen.
Dat zei minister van Financiën Bos gisteren in reactie op de nieuwe ramingen van het Centraal Planbureau (CPB).Hij vreest dat te snel ingrijpen het economisch herstel in de knop kan breken.
Eerder op de dag riep D66-leider Pechtold het kabinet op de bezuinigingen niet langer uit te stellen, nu het CPB voorspelt dat de economie volgend jaar met 1,5 procent groeit. In september hield het Planbureau het nog op een nulgroei in 2010 ten opzichte van dit jaar. „Nu het voorzichtig beter gaat, moet het kabinet de staatsschuld niet onnodig laten oplopen en de volgende generatie de kosten van deze crisis laten dragen”, aldus Pechtold. Ook de VVD wil dat het mes volgend jaar in allerlei uitgaven gaat die niets bijdragen aan het herstel van de economie, zoals sommige subsidies.
Volgens de nieuwe voorspellingen van het CPB loopt het tekort op de overheidsbegroting volgend jaar op tot 5,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is ruim buiten de marge van maximaal 3 procent die in de Europese begrotingsregels is vastgelegd.
De staatsschuld neemt toe tot 67 procent van het bbp, tegen 45 procent in 2007.
Nu al beginnen met bezuinigen zou volgens Bos echter „heel onverstandig” zijn. „Dan kan het herstel heel broos blijken te zijn en kan het helemaal in elkaar storten. We moeten doorgaan met stimuleren totdat het motortje van de economie vanuit zichzelf hard genoeg loopt.”
Minister Donner (Sociale Zaken) waarschuwde dat de voorzichtige opleving van de economie niet betekent dat de problemen op de arbeidsmarkt voorbij zijn. Volgens hem staat de werkgelegenheid nog altijd onder druk, ook in sectoren waar het beter gaat.
„We moeten ervoor zorgen dat we geen baanloze groei hebben”, stelde hij. Daarvoor moet volgens hem geïnvesteerd worden in een flexibelere arbeidsmarkt, zodat overtollig personeel sneller kan wisselen naar plekken waar nog wel werk is. Verder is beperking van de loonkosten volgens Donner van groot belang. „Hoe dichter de loonstijging bij nul zit, des te beter het is voor de werkgelegenheid.”
Ook CPB-directeur Coen Teulings waakt voor te veel optimisme. Achter een positieve boodschap van groei en een minder hard stijgende werkloosheid kan nog heel wat verborgen leed schuilgaan, waarschuwde hij.
Teulings gaf toe dat de economen van het CPB niet precies weten waarom de stijging van de werkloosheid zo meevalt, terwijl de economie in het afgelopen jaar de hardste klap kreeg sinds de crisis van de jaren dertig. Hij vermoedt echter dat een behoorlijk deel van het verlies aan werkgelegenheid terecht is gekomen bij zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).
„De effecten van de lagere productie moeten groot zijn. Wij verwachten dat die voor een groot deel terechtkomen bij de zzp’ers. Daar zit veel verborgen leed”, aldus Teulings. „De zelfstandigen zijn nu niet compleet werkloos, maar hebben wel veel minder werk.”
Ook migranten uit Oost-Europa, met name Polen, lijden waarschijnlijk behoorlijk onder het verlies aan banen. Zij worden echter niet meegerekend in het Nederlandse werkloosheidscijfer.