De rechtbank in Amsterdam oordeelde vrijdag dat nog niet vaststaat dat er een oorlog tegen Irak zal komen en of Nederland dan mee zal doen. De Irakezen probeerden met een geding te voorkomen dat Nederland medewerking verleent aan een oorlog in het Midden-Oosten.

Volgens de president van de rechtbank J. Peeters is de Nederlandse regering in debat met het parlement nog bezig haar mening te vormen over de crisis in Irak. „Daarbij is ook binnen en buiten de Veiligheidsraad de discussie nog gaande”, aldus de rechter.

Ook de aanwezigheid van Nederlandse militairen en materieel in de Golf is volgens Peeters geen reden om te veronderstellen dat Nederland meedoet. „Dat betekent niet dat al vaststaat dat deze oorlogsmiddelen zullen worden ingezet tegen Irak, zonder een nadere resolutie van de Veiligheidsraad.”

De rechter meende dat Balkenende en Bos zelf niets verweten kan worden. De twee politici zijn als privé-persoon gedagvaard. „Zij hebben als privé-persoon geen bevoegdheden om met andere staten te praten of aan de Staat opdrachten te geven”, verklaarde de president van de rechtbank. Hun rol als privé-persoon blijft beperkt tot het publieke debat en het leveren van een bijdrage aan de opinievorming.

De zeventien inwoners van Irak werden in hun proces gesteund door de Vereniging van Anti-Fascistische Oud-Verzetsstrijders en Bond van Anti-Fascisten.