Reformatie niet direct beïnvloed door Athanasius
De Reformatie is in zijn theologie niet rechtstreeks door Athanasius beïnvloed. Dat stelde dr. Aza Goudriaan vrijdag in Amsterdam tijdens een symposium over Athanasius.
Sprekers waren prof. E. P. Meijering, prof. B. ter Haar Romeny, dr. A. Goudriaan en dr. A. van Wilgenburg. De invloed van Athanasius’ werk stond hierbij centraal.Dat Athanasius in Syrië geen onbekende was illustreerde prof. Ter Haar Romeny met een fresco uit een Syrisch klooster. Hierop staat Athanasius afgebeeld tussen Basilius en Chrysostomus. De spreker vroeg zich of waarom Athanasius zo bekend was in het Syrische christendom. In zijn antwoord kwam naar voren dat Athanasius aan de ene kant werd gezien als een garantie voor de orthodoxie. Aan de andere kant bood het werk van Athanasius voldoende ruimte voor de discussies over de christologie.
Dr. Goudriaan belichtte de doorwerking van Athanasius in de Reformatie. Athanasius gold voor Luther als een autoriteit, Melanchthon heeft zich zelfs op hem beroepen. Desondanks lijkt Luther Athanasius zelf nooit gelezen te hebben. In de bloemlezingen tussen 1525 en 1575 werd Athanasius door Herman Bodius geciteerd. Toch zijn de verwijzingen in aantal gering. Calvijn citeert Athanasius nooit. Hij noemt hem alleen in een kerkhistorisch kader. De Reformatie is dus in zijn theologie niet rechtstreeks door Athanasius beïnvloed, aldus Goudriaan.
Zoon van God
Na een uitgebreid betoog van dr. Van Wilgenburg over de receptie van Athanasius bij Thomas van Aquino en latere rooms-katholieke theologen sloot prof. Meijering de dag af. Hij legde onder meer het accent op de gehoorzaamheid van Christus. In de joodse interpretatie van de uitdrukking ”zoon van God” benadrukte hij dat hier iemand genoemd wordt die aan God gehoorzaam is.
Daarnaast is Christus niet alleen gehoorzaam, maar ook de enige waarachtige Zoon van God. Dit Zoonschap van Christus wordt duidelijk aangegeven in het credo „ontvangen van de Heilige Geest.”
Prof. Meijering pleitte ervoor om Christus’ mens-zijn niet uit het oog te verliezen. Hij sprak in dit verband over een lage christologie, die hoog eindigt. Laag, omdat Christus tijdens Zijn leven niet meer was –zelfs als Zoon van God– dan een mens die aan God gehoorzaamde. Hoog, omdat de opgestane Levensvorst na Zijn overwinning weer terugkeerde bij God de Vader.