Elie Wiesel bezorgd over extremisme in Hongarije
Nobelprijswinnaar en mensenrechtenactivist Elie Wiesel heeft Hongarije opgeroepen het ontkennen van de Holocaust strafbaar te stellen. Ook is hij bezorgd over de groei van de extremistische groepen en partijen in het land.
Wiesel sprak in Boedapest na ceremonies ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de orthodox-Joodse Chabad-Lubavitchbeweging in Hongarije. Ook werd de opleving van het Jodendom sinds de val van het communisme in 1989 herdacht door regeringsleiders en andere vertegenwoordigers.Het was de eerste keer dat Wiesel (81) officieel terugkeerde naar Hongarije, vanwaar hij en familieleden in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd naar concentratiekampen.
Ongeveer 600.000 Hongaarse Joden werden in de oorlog omgebracht, vaak met steun van Hongaarse landgenoten die hen enthousiast op treinen zetten of doodschoten nabij de rivier de Donau.
Wiesel vindt het vreselijk dat deextreem rechtse partij ”Bewegingvoor een Beter Hongarije” (Jobbik) 15 procent van de stemmen kreeg tijdens recente Europese verkiezingen. De paramilitaire groepering van deze partij marcheerde door zigeunerdorpen in uniform en met vlaggen die werden gebruikt door het Hongaarse pronaziregime. Jobbikleiders staan ook bekend om hun als antisemitisch ervaren uitspraken.
„Ik ga straks heel nerveus terug naar New York”, aldus de zichtbaar aangeslagen Wiesel. „Dat deze partij al zo veel stemmen krijgt, is onbegrijpelijk. Wat zegt dit over de Hongaarse samenleving?” Met stemverheffing: „Ik zeg tegen Hongaren: „Wordt wakker!””
De auteur uit ook zijn zorgen over de Alliantie van Europese Nationale Bewegingen, die Jobbik onlangs in Boedapest vormde met onder meer het Franse Front National van Jean-Marie le Pen. „Hoe is het mogelijk dat zij een alliantie vormen met Le Pen. Iemand die de Holocaust ontkent. Hoe durven ze?”
Ontkenning
Vlak voor het interview riep hij de Hongaarse regering en het parlement op om het ontkennen van de Holocaust te verbieden. Zijn oproep komt in een periode van discussie over hoe ver vrijheid mag gaan in een postcommunistische samenleving.
Sommige critici, zelfs binnen de Joodse gemeenschap, vinden zulke wetgeving te ver gaan omdat dit de vrijheid van meningsuiting in gevaar zou brengen. Pogingen van de regering om de grondwet te veranderen, worden daarom tegengehouden door het parlement of rechtbanken.
Volgens Wiesel is het gevaarlijk om extremisten ongestoord haatteksten te laten uiten. Hij vindt dat jongere Hongaarse generaties niet verantwoordelijk zijn voor misdaden van hun grootouders. Wel is het hun taak een nieuwe holocaust te voorkomen, aldus Wiesel.
„Ik weet dat ik mij bemoei met de binnenlandse politiek van Hongarije, maar ik maak mij druk omdat extremisten woorden spreken van haat en geweld. Als een oud-Hongaar voel ik nog steeds liefde voor dit land, ondanks mijn jeugdherinneringen. Daarom, vertel de Hongaren: „Wees voorzichtig.””
Wiesels bezorgdheid werd gedeeld door premier Gordon Bajnai. Hij zei in het bijzijn van de auteur dat „niet alleen de regering maar alle politici en de samenleving zich moeten inzetten tegen extremisme.” Volgens Bajnai zoeken extremisten naar zondebokken voor de diepe economische crisis waarin Hongarije verkeert.
Bajnai beloofde Wiesel verder toegang om historische archieven te onderzoeken waarin namen voorkomen van Hongaarse Joden die naar Auschwitz werden vervoerd. „Ik zou graag de lijsten willen zien met namen over Joden uit Maramarossziget waar ik vandaan kom”, aldus Wiesel.
Levenswerk
Als een teken van goede wil, heeft Hongarije Australië om de uitlevering van de 88-jarige Karoly Zentai gevraagd. Zentai, die zich tegenwoordig Charles Zentai noemt, zou als officier van het Hongaarse pronazileger een Joodse tiener hebben vermoord omdat die de gele ster niet droeg. Hij is volgens het Simon Wiesenthalcentrum een van de tien nog levende meest gezochte nazi’s.
De eerste orthodoxe rabbijn die na de Holocaust werd beëdigd, Shlomo Köves, vindt dat Zentai niet te oud is om nog vervolgd te worden. „De Thora, onze Bijbel, zegt dat kinderen niet worden gestraft voor de zonden van hun voorouders. Maar wij hebben wel onze eigen verantwoordelijkheid. En misdaden kunnen niet verjaren zolang als wij leven. Daarna is het aan God om te oordelen.”
Elie Wiesel hoopt zich nog lang te kunnen inzetten voor mensenrechten. Zijn Stichting voor de Menselijkheid verloor onlangs miljoenen in het fraudeschandaal rond de Amerikaanse investeerder Bernard Madoff.
Wiesel is niet verbitterd. „Ik heb besloten dat ik door niemand mijn levenswerk laat vernietigen.”