Brief Syriër uit 72 na Christus noemt Jezus
Het oudste niet-christelijke getuigenis over Jezus Christus is waarschijnlijk kort na het jaar 72 te dateren. Een Syriër schreef een brief aan zijn zoon waarin hij het heeft over een „wijze koning.”
De brief, die tot nu toe weinig bekendheid geniet, wordt volgend jaar uitgegeven als ”Mara bar Sarapion – Letter to His Son”. Hij is opnieuw uit het Syrisch vertaald door de Amerikaan prof. dr. David Rensberger. Prof. dr. Annette Merz, hoogleraar cultuur- en literatuurgeschiedenis van het vroegste christendom aan de Universiteit Utrecht (UU), en dr. Teun Tieleman van het departement filosofie van de UU hebben de brief van uitleg voorzien.Van morgen tot en met zaterdag heeft in Utrecht een congres plaats over de brief van Mara bar Sarapion. Prof. Merz noemt het „zeer waarschijnlijk” dat het hier gaat om het eerste niet-christelijke getuigenis over Jezus Christus en verwacht daarvan bevestiging tijdens het congres. De brief is, aldus Merz, vrij kort na de Joodse oorlog geschreven door een Syriër die in een Romeinse gevangenis terechtgekomen is. Mara bar Sarapion vond dat hij onrechtvaardig behandeld was. Hij wist niet zeker of hij wel levend uit de cel zou komen en schreef een afscheidsbrief aan zijn zoon Sarapion.
De schrijver geeft drie voorbeelden van mensen die hetzelfde overkomen is als hem: de Grieken Socrates en Pythagoras en „de wijze koning der Joden.” Hij stelt dat God rechtvaardig wraak nam voor deze wijzen. De inwoners van Athene stierven van honger, de bewoners van het eiland Samos werden door de zee verzwolgen en de Joden werden vermoord, uit hun rijk verdreven en moesten in de verstrooiing leven. „Met deze laatste opmerking verwijst de schrijver naar de Joodse oorlog, die juist achter hem lag” zegt Merz. „Dat hij Jezus koning noemde, had te maken met het opschrift op het kruis, dat mogelijk algemeen bekend was.”
Hij schrijft dat die drie mannen niet dood zijn. Socrates leeft verder in de boeken van Plato, en de ”wijze koning” leeft voort door de wetten die hij gaf. Merz: „Ook dan kom je bij Jezus uit. Er zijn mensen die zich nog steeds aan zijn wetten houden.”
Mara bar Sarapion schrijft niet dat Jezus uit de dood is opgestaan. De Utrechtse hoogleraar denkt dan ook niet dat de Syriër zelf christen was, maar acht het goed mogelijk dat hij van christenen gehoord had dat de Joodse oorlog een straf was voor de kruisiging.
Het is niet bekend hoe de brief bewaard is gebleven. Mogelijk hebben christenen gedacht dat de adressant de latere bisschop van Antiochië met de naam Sarapion was. Op basis van dit misverstand zou de brief in de zevende eeuw terechtgekomen zijn in een codex met filosofische en theologische geschriften. In 1855 is de brief losstaand uitgegeven, maar hij leidde tot nu toe een vergeten bestaan.