Seselj ligt dwars bij tribunaal
De Servische radicale nationalist Vojislav Seselj is woensdag zijn eerste voorgeleiding aan het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag meteen dwars gaan liggen. Eerst stond hij erop dat de aanklacht integraal werd voorgelezen, vervolgens weigerde hij te zeggen of hij zichzelf schuldig of onschuldig acht aan de oorlogsmisdaden die hem ten laste zijn gelegd.
Seselj zei meer tijd nodig te hebben, omdat hij enkele termen uit de aanklacht niet begreep. Hij kreeg dertig dagen; daarna noteert de rechter ”niet schuldig”. Terwijl de aanklacht werd voorgelezen, protesteerde hij geregeld tegen het gebruik van Kroatische termen, omdat hij niet zou weten wat die betekenen. „Ik spreek alleen maar Servisch”, zei Seselj. Kroatisch en Servisch zijn echter vrijwel identiek en Seseljs bezwaren leken dan ook vooral bedoeld voor de eigen achterban: in Servië werd de zitting rechtstreeks uitgezonden op televisie.
Tegen rechter Wolfgang Schomburg zei Seselj: „Voorzover ik het heb begrepen, wilt u mij veroordelen.” Schomburg ontkende dat en zei dat hij alleen maar „zo dicht mogelijk bij de waarheid” wilde komen. De notoir obstinate Seselj had verder klachten over het kogelvrije vest dat hij op weg van zijn cel naar het tribunaal had moeten dragen. Het vest woog 20 kilo en dus klaagde Seselj: „Ik ben het slachtoffer van lichamelijke foltering.”
Van de rood-zwarte toga’s van de rechters moest Seselj ook niets hebben: „Rare kleren”, oordeelde hij. „Ze doen mij denken aan de inquisitie van de Rooms-Katholieke Kerk. Ik eis dat iedereen hier burgerkleding draagt.” Seselj weigerde op te staan toen de rechters de zaal binnenkwamen.
Seselj was maandag vrijwillig naar Den Haag gekomen, nadat hij van de aanklacht had gehoord. Hoofdaanklaagster Carla Del Ponte beschuldigt Seselj van misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden, zoals moord en vervolging, gepleegd in Kroatië, Bosnië en Vojvodina in de jaren ’90.
Seselj staat aan het hoofd van de Servische Radicale Partij (SRS) en werd vorig jaar met eenderde van de stemmen tweede bij de Servische presidentsverkiezingen, die uiteindelijk ongeldig werden verklaard wegens een te lage opkomst.
Een van de ernstigste incidenten waarvoor Seselj volgens de aanklagers verantwoordelijk is, is de deportatie van zo’n 400 mensen uit een ziekenhuis in het Kroatische Vukovar in 1991. Meer dan 250 van hen werden op een nabijgelegen boerderij doodgeschoten en in een massagraf gedumpt. Een griffier las de namen, de geboortedata en het geslacht van alle slachtoffers voor. Seselj hoorde het rustig aan. Af en toe verscheen een glimlach op zijn lippen.
Het Joegoslavië-tribunaal zou donderdagmiddag uitspraak doen in de zaak tegen Biljana Plavsic. Het is dan de eerste keer dat het VN-hof in Den Haag een straf oplegt aan een van de politieke hoofdrolspelers uit de Balkanoorlogen in de jaren ’90. Plavsic was tijdens de oorlog in Bosnië (1992-1995) plaatsvervangster van de Bosnisch-Servische president Radovan Karadzic. Vorig jaar bekende zij voor het tribunaal schuld voor haar rol bij de etnische zuiveringen onder moslims en Kroaten.