Een lange reis maken op het TT-circuit
Op het TT-circuit in Assen, bekend van het jaarlijkse motorrace-evenement in juni, staat de TT Hall. Deze stoere, zwarte doos van 20.000 vierkante meter was eind oktober pleisterplaats voor zo’n 700 mannen. Bijna 25 jaar na de eerste mannendag, in 1986, staan er ieder jaar rond de dertig dagen en conferenties op de kalender.
De mannen die de Mannendag Assen 2009 bijwonen, ogen gemotiveerd. Goedgehumeurd schudden ze de hand van hun onbekende buurman en staan ze op van hun klapstoelen om te zingen. Roze licht beschijnt het podium. Meterslange zwarte gordijnen omsluiten de schemerige ruimte en onttrekken de rest van de evenementenhal aan het zicht.„We hebben twee grote handicaps”, leidt dagvoorzitter Peter Bügel het thema ”Want van U is het Koninkrijk” in. „Allereerst zijn we snel afgeleid in ons leven. Door een mooie auto, een vrouw, een huis. De tweede handicap is dat we vergeten zijn om leiding te geven. Kritiek en veroordeling houden ons in gijzeling. Laten we daarom met God een afspraak maken en zeggen: ik sta open voor wat U vandaag tot mij zeggen wil. Ga in gebed en vertel Hem wat je van Hem verwacht, wat je van deze dag verwacht.”
Prof. J. Douma spreekt als eerste over het thema ”Want van U is het Koninkrijk”. Over de gelijkenis van de schat in de akker: „Misschien moet iemand hier eerlijk zeggen: ik geloof niet dat ik die schat gevonden heb. Als je dat voelt, sta je niet machteloos. Dan is er het gebed.”
De langste reis is de reis naar binnen, citeert de gereformeerd vrijgemaakte hoogleraar. „Daarmee wil ik niet zeggen dat het onmogelijk is om het Koninkrijk te vinden, wel dat het niet vanzelfsprekend is. Het wordt je gegeven en je moet op zoek: het Evangelie is paradoxaal.”
Hij spreekt voor mannen, beseft prof. Douma. „We kunnen niet altijd even goed bij ons gevoel, bij ons binnenste. Daarom doen we maar dingen aan de buitenkant: we zijn hard met ons werk bezig of met geld verdienen, met mooie spullen en met reizen maken. Het hoort bij het Koninkrijk van God dat we ook de weg naar binnen leren gaan. De weg van de ontmoeting, de verstilling. De weg van de intimiteit met God.”
Kroketten
Pauze. Met koffie zakken ze onderuit, de vrienden Jan Kingma, Jan Grit en zijn broer Bram Grit. De geur van kroketten drijft de hal in. Het hete vet in de patatkraam borrelt. „De mannendag”, zegt Kingma, „is een stimulans om in deze drukke tijd stil te staan bij Wie Christus voor ons is. Ik vind het geweldig om met al die mannen te zingen en God te loven en te prijzen.”
Bram Grit: „Dat geeft verbondenheid. Als je met mannen onder elkaar bent, valt er iets van je af. Je gedraagt je anders. Je bent meer met elkaar verbonden.”
Zijn broer Jan: „De boodschap heeft heel direct betrekking op je man-zijn en doet daardoor een appel op je. Dat heeft ook te maken met de sprekers.”
„Misschien”, denkt Jan Kingma hardop, „is het ook wel zo dat ik hier ben omdat de kerk, mijn gemeente, mij niet weet te raken. Wat hier wel gebeurt.”
„Voor mij geldt dat niet”, reageert Bram Grit. „Ik vind het gewoon heerlijk om de hele dag met de Bijbel bezig te zijn.”
Jan Grit: „Hier vallen kerkmuren weg en vind je elkaar in de gemeenschappelijke basis: Jezus Christus.”
Grommend
De lichten doven. Leden van de christelijke motorclub CMA draaien de gashendels open en rijden op grommende motors langs het publiek. Aansluitend vertelt een van hen hoe zijn huwelijk strandde omdat hij „baas in eigen leven” wilde blijven. „Ik was zwaar verslingerd aan internetporno.” Hij spreekt mannen aan die hiermee worstelen: „Alsjeblieft, doe er iets aan.” Nadat hij zijn vrouw mishandelde, zat hij een weekend in de cel. Sindsdien is hij niet meer thuis geweest. Ook zijn zoon, die de dag na de mannendag zeven werd, ziet hij niet meer. „Alles werd me afgenomen. Mijn koninkrijk was aan gort.”
Hij veranderde. Een mannendag, twee jaar geleden, speelde hierin een rol. „Ik ben dolgelukkig. Ja, ik heb die schat gevonden, ik heb God leren kennen. Er is niets mooier dan God de eer geven.” Er volgt een oproep aan de luisteraars: „Leg je kroon maar neer bij het kruis van Jezus en word dienaar. Zit je op de verkeerde weg? Belijd je zonden, wees er open over, breek ermee.”
Als de geëmotioneerde motorrijder de zaal verlaat, maakt een man zich los uit de rijen en omarmt hem.
Op statafeltjes liggen folders en visitekaartjes van organisaties die met stands aanwezig zijn. Op een wit kaartje staat ”seksverslaving”. Eronder een dvd-hoesje met het pictogram voor seks. Er zit een ketting om de hoes. ”Een puur leven! Dat wil jij toch ook?” vraagt de Amerikaanse christelijke organisatie Setting Captives Free, die onder meer Nederlandse cursussen aanbiedt om los te komen van seksuele zonden.
Porno
Porno is onder mannen „een groot probleem” en „een gevoelig punt”, licht pr-man Arend Donker van de mannendagorganisatie toe. „Het ligt voor de hand om dit bespreekbaar te maken wanneer je als mannen onder elkaar bent.”
In Assen komen volgens Donker vooral mannen uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en vrije baptistengemeenten. Hij typeert hen als „iets ouder, gemiddeld de dertig gepasseerd” en „kerkelijk betrokken.”
Hoewel de pr-man de sfeer naar eigen zeggen gezellig en relaxed vindt, wordt de mannendag niet „voor de gezelligheid” georganiseerd. Donker: „We hopen dat deze dag iets betekent in het leven van mannen. Dat hun hart verandert en ze iets in het Koninkrijk gaan doen.”
In de tweede lezing gaat ds. Orlando Bottenbley van de Vrije Baptistengemeente in Drachten in op „het koninkrijksgebed”, het Onze Vader. Op de man af: „Wat is jouw plaats in het Koninkrijk van God? Je kunt zo gemakkelijk bidden: „Onze Vader, Die in de hemel zijt…” maar er helemaal niets van ervaren in je leven.”
De predikant vervolgt dat deel hebben aan het Koninkrijk van God alleen mogelijk is in de erkenning „dat ik dood ben voor God en op geen enkele manier deel heb aan Gods Koninkrijk. Jij en ik moeten heel eerlijk de vraag stellen: is het uit traditie dat ik belijd dat ik Jezus Christus in mijn leven heb aanvaard of is het een diepe, diepe overtuiging dat ik alleen door dat offer overgebracht kan worden naar dat Koninkrijk?”
Vrijer spreken
Harro Feunekes uit Assen is 33 jaar en voor het eerst op een mannendag. Nieuwsgierigheid dreef hem samen met een vriend naar de TT Hall. „Ik dacht altijd: dat is niets voor mij”, bekent hij. „Ik kom uit een vrij traditionele gereformeerd vrijgemaakte kerk, als het gaat om hoe je praat over je geloof en geloofsbeleving. Verder verwachtte ik veel praise en ik ben niet zo’n praiser. Ik ben meer ingetogen van aard. Maar wat ik nu gezien heb, vind ik indrukwekkend. Uiteindelijk viel het dus mee. Er zijn goede sprekers; ik ben positief.”
Wat de Assenaar aanspreekt is „dat je met heel veel gemotiveerde mensen te maken hebt die intens hun geloof beleven en daaraan uiting willen geven.” Of dat nu alleen mannen zijn, of mannen én vrouwen, maakt voor Feunekes niet zo veel uit, maar hij kan zich voorstellen dat mannen misschien vrijer spreken over een bepaald onderwerp als ze onder elkaar zijn. „Dat creëert toch een bepaalde sfeer.”
Verschil tussen religie en relatie
„Hoelang is het geleden dat jullie „Ik houd van je” tegen je vrouw hebben gezegd?” Een vraag die Henk Binnendijk zijn gehoor op een mannendag soms voorhoudt. „Met vrouwen erbij kun je zo’n vraag niet stellen”, zegt hij. „Dan bestaat de kans dat sommigen een por krijgen met de opmerking: „Nou hoor je het ook ’es van een ander.””
Het speciale van een mannendag vindt Binnendijk dan ook dat er geen vrouwen bij zijn. „Begrijp me goed hoor, ik vind vrouwen fantastisch. Maar toch: mannen onder elkaar, dat heeft iets. Ze zijn verrassend open, niet gauw beledigd en lachen gemakkelijk.”
Sterk aan de mannendagen is volgens de veelgevraagde spreker ook dat mannen uit verschillende kerken en gemeenten elkaar ontmoeten. „En heb je wel eens 500 mannen ”’t Hijgend hert der jacht ontkomen” horen zingen? Dat is een stukje hemel.”
Wat is het doel van een mannendag?
„Mannen geestelijk verder helpen. Hun laten zien dat er verschil kan zijn tussen religie en relatie. Omdat je een hele dag de tijd hebt, is er meer gelegenheid om geestelijke waarheden uit te leggen dan in een enkele kerkdienst, waarin ik ook voorga. Daar komt bij dat zo’n interkerkelijk team dat een mannendag organiseert, vaak een jaar lang regelmatig bij elkaar komt om voor die ene dag te bidden. Dat kun je merken.”
Bestaan mannendagen bij de gratie van een kritische houding tegenover de kerk?
„Tijdens mannendagen hebben wij zeker niet de intentie om kritisch te zijn. Integendeel, we willen mannen juist meer bruikbaar maken voor hun gemeente, evenals voor hun vrouw en gezin. Neem je plek in, is de boodschap. Dat neemt niet weg dat we soms kritische geluiden laten horen. Hoe kan het anders. We leven in een tijd van kerkverlating, al zestig jaar. Elke week worden er in Nederland twee kerken gesloten. Voor die feiten kunnen we onze ogen niet sluiten en dat maakt onze boodschap soms scherp.”
Is er tijdens een mannendag evenwicht tussen de aandacht voor de praktijk en de aandacht voor onze verhouding met God?
„Wij vinden dat de balans moet doorslaan naar onze verhouding met God. Dat is het eerste en grote gebod. In de mate waarin dit werkelijkheid wordt, komt er aandacht voor de praktijk. Dicht bij God en dicht bij mensen, zeg ik vaak. Dat was en is het geheim van het leven van Jezus.”
Het is bijna 25 jaar geleden dat de eerste mannendag werd gehouden. Is er sindsdien veel veranderd?
„Hun aantal is enorm toegenomen. Jaarlijks vinden er rond de dertig mannendagen- en conferenties plaats. De opzet en de thematiek zijn niet veranderd. Mannendagen hebben niet een heel modern karakter en de thema’s zijn Bijbels. In dat opzicht zijn ze redelijk behoudend.”
En de mannen, zijn die veranderd?
„Omdat de tijd verandert, veranderen mannen ook. Veel meer dan 25 jaar geleden leven we in een cultuur van beeldschermen. Die gerichtheid op beeldschermen kon het beeld van God wel eens voor ons afschermen. Daarom zeg ik tegen de mannen: „Zou het niet de moeite waard zijn om elke dag een uur beeldscherm in te leveren en je, zoals David zegt, te verzadigen met het beeld van God?” Wat een winst zou dat zijn. Voor de mannen, hun gezinnen en voor de kerk.”
Mannendag geen doel in zichzelf
Vier keer sprak ds. P. D. J. Buijs uitsluitend voor mannen, tijdens de regionale mannendagen die sinds 2000 worden georganiseerd door de hervormde en christelijke gereformeerde mannenbonden. De ontmoeting, die „voortvloeit uit de toerusting op basis van Schrift en belijdenis”, geeft een mannendag meerwaarde, ook omdat de mannen verschillende kerkverbanden vertegenwoordigen, vindt de predikant. Een mannendag moet dan ook „zonder meer” een interkerkelijk karakter hebben.
Wat dat betreft komen de doelstellingen van de verschillende mannendagorganisaties met elkaar overeen.
„Ja, maar de organisatie van de bestaande mannendagen kijkt meer in een andere richting; de evangelische. Dergelijke dagen zijn heel breed opgezet.”
Zijn de onderlinge verschillen zo groot?
„Dat hangt af van de spreker en het gekozen onderwerp. Omdat ik dergelijke mannendagen nog nooit bezocht heb, wil ik voorzichtig zijn in mijn oordeel. Er is daar, denk ik, een andere sfeer dan waarin wij mannen zouden willen vormen. Ook omdat je het kader van de gereformeerde belijdenis mist. Neem een onderwerp als toekomstverwachting. Daar denken wij doorgaans anders over dan evangelischen. De verschillende uitgangspunten zouden tot discussie kunnen leiden, terwijl een mannendag niet is bedoeld om een debat op gang te brengen, maar om positieve toerusting te geven.”
Spreekt u graag voor mannen?
„Jazeker. Dat is in een bepaald opzicht toch wat anders dan spreken voor vrouwen, voor wie ik overigens net zo graag spreek. De sfeer is echter iets anders. Mannen zijn erg serieus, terwijl vrouwen wat losser, iets uitgelatener zijn. Dat is overigens niet een waardeoordeel. Mannen kunnen stevig met een onderwerp bezig zijn, ook in dogmatische zin, vrouwen houden meer van praktische toerusting.”
Is er behoefte aan mannendagen voor de eigen kring?
„Als ik naar de opkomst kijk bij een mannendag voor een hele regio, vraag ik me af of er voldoende behoefte aan is. Er zijn maximaal 150, een enkele keer 200 bezoekers aanwezig.”
Hoe zou u de thematiek en toespraken van deze mannendagen typeren?
„We steken in op het christen-zijn in de praktijk, waarbij we proberen de binnenkamer –het omgaan met de Heere– en de buitenwereld bij elkaar te houden. Het gaat om geestelijke toerusting in de diepte en in de breedte.”
Met de regionale mannendagen wilden de bonden ook de jongere man interesseren. Lukt dat?
„Dat is een moeilijk punt, is mijn indruk. Juist de dertigers, die je er graag bij zou hebben, komen weinig. Ik begrijp dat deze mannen het druk hebben, maar je wilt hun zo graag iets meegeven.”
Vindt u het belangrijk dat er een verbinding is tussen mannendagen en de kerk?
„Jazeker, het is van belang dat ze op dezelfde basis opereren, die van Schrift en belijdenis. Er is soms zo weinig kennis van het gereformeerde belijden. Op zo’n mannendag kun je laten zien hoe praktisch en vruchtbaar dat belijden is, zodat mensen gevoed worden vanuit de beleving ervan.
Overigens vormen de mannendagen geen doel in zichzelf. Het gaat de Heere om de gemeente. Daarin zijn we aan elkaar gegeven en mogen we elkaar aanvullen. Mannen, vrouwen en kinderen.”