Mede door de terreuraanslagen op 11 september scoren de Verenigde Staten met twaalf doden het hoogst, aldus het jaarverslag van de IFJ. Onder hen zijn vier journalisten en acht andere medewerkers van nieuwsmedia. Een van hen is William Biggart, een fotograaf van het fotopersbureau Impact Visuals, die naar het World Trade Center snelde nadat dit door een vliegtuig was doorboord. Een ander slachtoffer is Robert Stevens, een fotoredacteur die om het leven kwam doordat hij een antraxbrief opende die naar American Media Inc. in Florida was gestuurd. Daarnaast vonden zes radiotechnici de dood, die in Tower One van het World Trade Center werkten. Thomas Pecorelli, een freelancefotograaf, kwam om het leven doordat hij in een van de gekaapte toestellen zat.

Colombia is opnieuw het land met het grootste aantal slachtoffers in de categorie moord met voorbedachten rade: vier moorden en zes gevallen die nog worden onderzocht. Onder hen zijn Flavio Bedoya, die door een rechtse paramilitaire organisatie werd gedood toen hij in de stad Tumaco uit een bus stapte, en Edgar Tavera Gaona, een radioverslaggever wiens dood aan linkse rebellen wordt geweten.

In Afghanistan kwamen acht journalisten om het leven. Onder hen zijn vier internationale persmensen die uit een konvooi werden gesleept en doodgeschoten; twee Franse radioverslaggevers en een Duitse journalist die onder vuur van de Taliban kwamen terwijl zij met een konvooi van de Noordelijke Alliantie reisden; en de Zweedse cameraman Ulf Stromberg die de dood vond bij een roofoverval in de noordelijke stad Taloqan.

Stijgen
Volgens Aidan White, algemeen secretaris van de IFJ, is het aantal van honderd „een lage schatting” en zal dat cijfer vermoedelijk de komende maanden nog stijgen wanneer onderzoeksresultaten vrijkomen. White wijst erop dat in de afgelopen tien jaar meer dan duizend persvertegenwoordigers zijn omgebracht en roept regeringen en media op tot maatregelen.

White wees met name op het risico voor onderzoeksjournalisten. Hij herinnerde aan het lot van Mario Coelho van de Braziliaanse krant A Verdade, die werd doodgeschoten voordat hij voor een rechtbank kon getuigen, en aan Martin O’Hagan, die gespecialiseerd was in het Noord-Ierse conflict en vermoedelijk door katholieke terroristen werd gedood.