Het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) beslist woensdag of de SHB alle werknemers kan ontslaan en ze dan via een aparte stichting als oproepkracht weer in dienst kan nemen. De werknemers krijgen dan WW wanneer de SHB geen werk voor hen heeft. Alles draait om de vraag of ze wel of niet verwijtbaar werkloos zijn. Op hoog niveau is hierover de afgelopen weken overleg geweest, aldus SHB-directeur E. Janssen.

Begin november maakte hij bekend dat de SHB in zeer grote moeilijkheden was gekomen. Het bedrijf balanceert al jaren op de rand van de afgrond, maar de eerste helft van dit jaar leek het goed te gaan. Er was veel werk en bovendien kreeg het bedrijf extra geld om moeilijk plaatsbare medewerkers om te scholen, dan wel te begeleiden naar ander werk. Maar de combinatie van een mindere economische groei, altijd snel in de transportwereld te merken, en de aanslagen in de Verenigde Staten, deed de vroegere pool definitief de das om. Wilde ze niet failliet gaan, dan moesten er 460 mensen uit, zo maakte Janssen bekend.

Uitgebreid overleg met de vakbonden leidde tot een andere optie: ontslaan van alle medewerkers en ze als oproepkracht weer binnenhalen. Dat was via een omweg ook al een optie voor de anders 460 ontslagenen, maar vooral de bonden voelden weinig voor de splitsing van personeel in een ”A-pool” en een ”B-pool”.

De afgelopen weken is er koortsachtig overleg geweest met de uitkerende instanties en het Lisv, dat toestemming moet geven. Wordt de WW oneigenlijk gebruikt of niet, is de vraag waar het om draait.

Janssen wijst op de bijzondere positie van zijn bedrijf. Negentig procent van de kosten bestaat uit loonkosten. Anders dan bij een ’gewoon’ uitzendbureau, worden de werknemers van de SHB niet voor enkele weken tot maanden ingehuurd, maar soms maar voor een dag of een dagdeel.

Duidelijkheid
Gaat het Lisv niet akkoord, dan valt Janssen terug op zijn eerste plan: het ontslag van 460 mensen. Ook daarover zal dan deze week duidelijkheid komen, want ook dat sociaal plan is bijna rond. Bovendien is het geld bijna op. In januari is er niets meer.

De SHB was oorspronkelijk een stichting van de Rotterdamse havenbedrijven. Bij reorganisaties loosden zij overtollig personeel in de stichting. In ruil daarvoor moesten zij in tijden van grote drukte verplicht inhuren bij de pool. Het ministerie van Sociale Zaken betaalde via de WW de mensen die niet aan het werk waren. Ruim tien jaar geleden kwam daar een eind aan. Met een ’bruidsschat’ van het ministerie werd het bedrijf geprivatiseerd. Of het ministerie, formeel niet betrokken bij de huidige onderhandelingen, akkoord gaat met de nieuwe constructie, is nog de vraag.