Vicepresident Tareq al–Hashemi ging niet akkoord met het wetsvoorstel, omdat hij bezwaren heeft tegen artikel 1 van de kieswet. Die wijst volgens Hashemi te weinig parlementszetels toe aan de ruim twee miljoen Irakezen in het buitenland. Deze regeling treft vooral de soennieten, die na de Amerikaanse aanval op Irak in 2003 zijn gevlucht.Volgens het artikel wordt 5 procent van de zetels in het parlement toegewezen aan minderheden en vluchtelingen. Het gaat om zestien zetels waarvan de helft voor de minderheden is gereserveerd. Er blijven dan acht zetels over voor de vluchtelingen. En dit aantal vindt Hashemi veel te laag. Hij wil dat het percentage wordt verhoogd naar 15 procent.

Door het veto zijn de parlementsverkiezingen, die vermoedelijk op 21 januari zouden worden gehouden, op losse schroeven komen te staan. Volgens de grondwet moeten de verkiezingen voor het eind van januari worden gehouden.

Hashemi zei niet tegen de wet te zijn en naar zijn mening kan het probleem snel worden opgelost. Het wetsvoorstel is teruggestuurd naar het parlement. Hierna kan een lid van de presidentiële raad (president en twee vicepresidenten) nog een keer zijn veto over het voorstel uitspreken. Daarna kan de wet toch nog worden aangenomen als tenminste drie vijfde van de parlementariërs voor de wet stemt.