Aardverschuiving al mogelijk na buitje
AMSTERDAM (ANP) – Nieuws over aardverschuivingen gaat meestal gepaard met de toevoeging ’na hevige regenval’. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en hun Franse en Noorse collega’s zijn erachter gekomen dat dat niet altijd het geval hoeft te zijn. Een relatief kleine regenbui kan vooral op kleibodem al tot een aardverschuiving leiden.
Jaarlijks vallen wereldwijd vele tientallen slachtoffers door aardverschuivingen en is de materiële schade groot. Voorspellen is erg moeilijk. De verschuivingen gaan over het algemeen sneller en komen verder dan modellen aangeven. De wetenschappers hebben nu een model gemaakt waarmee snelheid en lengte van aardverschuivingen beter zijn te verklaren, meldt de Universiteit van Amsterdam donderdag.De UvA–wetenschappers en hun collega’s hebben hun model getest op Noorse zogenoemde snelle klei (quick clay). Onder invloed van waterstromen wordt deze kleisoort heel vloeibaar. Een regenbui die slechts 1 procent meer water toevoegt aan de klei kan al tot vloeibaarheid leiden, constateerden de onderzoekers. Ze ontdekten ook dat slechts een dunne onderlaag van de snelle klei vloeibaar wordt, de rest van de klei schuift er als een blok overheen.
In Nederland komen nauwelijks aardverschuivingen voor. Als dat wel het geval is, zijn ze veroorzaakt door menselijk handelen. Ze kunnen zich voordoen bij bijvoorbeeld afgravingen of bij dijken. De verschuiving van de dijk bij Wilnis in 2003 had niet te maken met regenval, maar juist met het gebrek er aan. De dijk was uitgedroogd en schoof weg waarna het water van de ringvaart in een woonwijk stroomde.