Buitenland

Generaal De Kruif: Als militair kun je nooit voldaan zijn

Hij zit in Afghanistan om „iets goeds” te doen voor zijn medemens. Generaal Mart de Kruif: „Het kwade overwint als het goede thuis met een biertje op de bank blijft zitten.”

Riekelt Pasterkamp
30 October 2009 11:53Gewijzigd op 14 November 2020 09:01
DE KRUIF ...elke keer raakt het je... Foto Liepke
DE KRUIF ...elke keer raakt het je... Foto Liepke

Vliegveld Kandahar, Zuidoost-Afghanistan, donderdagmiddag. Het decor is dreigend. F-16’s gaan zwaarbewapend op weg, BlackHawkhelikopters leveren gewonden af.Op het platform staan 1500 militairen strak in het gelid. Langzaam schuift een doodskist met Canadese vlag voorbij. „Echtgenoot, vader en zoon” sneuvelde. Zijn lichaam gaat naar Canada. Bij de dragers staan de tranen in de ogen.

Het is voor generaal De Kruif de 280e dode sinds hij een jaar geleden aantrad als commandant van het Regional Command South (RCS) van de ISAF-troepenmacht in Afghanistan. „De commandant staat het dichtst bij het vliegtuig. Elke keer weer raakt het je. Begin deze week moesten we acht Amerikanen tegelijk wegbrengen. Ik hoop dat ik dat nooit meer hoef te doen.”

Generaal-majoor De Kruif (51) neemt overmorgen afscheid als commandant van een multinationale troepenmacht, die 40.000 militairen telt. Niet eerder stond een Nederlandse generaal aan het hoofd van zo veel buitenlandse troepen. „Het is een unicum dat Amerikanen onder een andere nationaliteit dienen”, zegt hij op zijn zwaarbeveiligde hoofdkwartier. De Kruif treedt in de voetsporen van generaal Spoor die in 1948 in Nederlands-Indië zo’n grote militaire operatie leidde. Hij doet laconiek. „Of je nou leiding geeft aan tien of aan 40.000 man; het blijft leidinggeven.”

Hij zat in het onrustigste deel van Afghanistan. De provincies Helmand en Kandahar staan te boek als onveilig. Dagelijks zijn er beschietingen en aanslagen. Toch ziet De Kruif lichtpuntjes. „Het leiderschap van de taliban, de opiumhandel en de bermbommen hebben alles met elkaar te maken. Kom je in een huis, dan liggen in de ene hoek telefoons en kaarten, in de andere opium en in een derde materiaal voor bommen. Dat pakken we tegelijk aan. De zogenaamde Green Zone in Chora is absoluut veilig. Daar durf ik zonder bescherming binnen te gaan.”

Over „vier tot vijf jaar” zijn de Afghaanse veiligheidstroepen op orde, denkt hij. „Goed bestuur is een zaak van langere adem.” De NAVO kan niet zomaar zijn biezen pakken. „Wat in Uruzgan gebeurt, moet doorgaan. Wie dat moet doen? Daar ga ik niet over. Afghanen zijn trouwe en moedige mensen die recht hebben op een toekomst. Iedereen die daar een bijdrage aan levert doet iets goeds.” Of hij genoeg deed? „Als militair kun je nooit voldaan zijn. Als je stopt beter te zijn, word je juist slechter.”

weblogs.refdag.nl voor meer weblogs van Riekelt Pasterkamp vanuit Afghanistan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer