Zeeleeuwen houden Saddam en Bin Laden op afstand
Amerika’s Vijfde Vloot, momenteel gestationeerd in Bahrein in afwachting van het startsein om naar Irak op te stomen, houdt er wel een heel bijzonder verdedigingssysteem op na: gedresseerde zeeleeuwen. Mocht Osama bin Laden of Saddam Hussein iets van plan zijn, dan zullen ze zich sinds kort wel extra bedenken: stiekem naar een oorlogsschip zwemmen om er explosieven aan vast te maken is dankzij deze dieren een stuk moeilijker geworden.
De zeeleeuwen -hun precieze aantal wordt geheim gehouden- zijn onlangs vanuit het Navy’s Space and Naval Warfare Systems Center in San Diego (Californië) overgevlogen naar het Golfgebied, waar ze nu worden ingewerkt voor hun taak: onder water boeven vangen. De zeeleeuwen zijn zo afgericht dat, zodra ze een verdachte duiker in het vizier krijgen, ze eropaf zwemmen en een C-vormige klem om zijn been aanbrengen, die als een soort handboei fungeert. Aan de klem zit een soort dobber, zodat boven water is te zien waar de potentiële saboteur zich bevindt. De snelheid waarmee de zeeleeuwen hun werk doen, is zo hoog, dat een duiker-terrorist al ’gepakt’ is voordat hij het dier zou kunnen aanvallen en uitschakelen.
Al sinds 1959 werkt de Amerikaanse marine met zeezoogdieren, in het zogenaamde US Navy Marine Mammal Program. In eerste instantie was dat bedoeld om het zwemgedrag van dolfijnen te onderzoeken, want daar viel wat van op te steken voor de bouw van onderzeeboten, torpedo’s en oorlogsschepen. De marine denkt nog altijd met weemoed terug aan de eerste proefkonijn, Notty, een witbuikdolfijn.
Maar al gauw ontdekte men hoe slim deze dieren zijn en dus inzetbaar in allerlei oorlogssituaties. In 1965 vond de eerste schuchtere inzet van dolfijnen plaats: ze brachten gereedschap en materiaal van en naar duikers die op een diepte van 60 meter werkzaamheden verrichten.
Het zeezoogdierenprogramma van de Amerikaanse marine is nu volledig ondergebracht in het al genoemde Space and Naval Warfare Systems Center in San Diego. En daar heeft de tijd niet stilgestaan. Behalve dolfijnen worden zeeleeuwen getraind voor operaties onder water. Zelfs met walvissen -waaronder de orka en de beloega- wordt gewerkt.
Dolfijnen zijn geliefd vanwege hun sonar, een ongekend precies detectiesysteem. Het door mensen gefabriceerde sonarsysteem in duikboten is daarmee vergeleken slechts broddelwerk is. Dolfijnen gebruiken sonar om zich in het diepe donkere water te oriënteren en om buit op te sporen.
Zeeleeuwen zijn van grote waarde vanwege hun perfecte gehoor onder water en hun uitstekende gezichtsvermogen in donker, troebel water.
Zowel dolfijn als zeeleeuw is goed te dresseren en ook nog eens in staat herhaalde keren en met grote snelheid diep te duiken en weer omhoog te komen; menselijke duikers lopen dan grote kans caissonziekte op te lopen.
De operaties die met de dolfijnen en de zeeleeuwen kunnen worden uitgevoerd, worden aangeduid met (F)MMS, (Fleet) Marine Mammal Systems. Er zijn er vier, en elk system -team zeg maar- telt vier tot acht dieren plus een groep menselijke begeleiders.
MMS-teams kunnen op ieder moment per vliegtuig, helikopter of over land worden aangevoerd om ergens te worden ingezet. Bij vlootoefeningen waar ook ter wereld zijn ze regelmatig van de partij.
De vier voor de Amerikaanse vloot ontwikkelde operatieteams zijn:
MK4. Een mijnenopsporingssysteem met behulp van dolfijnen. De dieren speuren springstoffen op de zee- of oceaanbodem op en markeren ze.
MK5. Gebruikt zeeleeuwen. De dieren sporen ook mijnen op, tot dieptes van 300 meter, en bevestigen er speciale haken aan.
MK6. Opsporingsoperatie gericht tegen verdachte zwemmers en duikers. MK6-zeeleeuwen worden momenteel in de Golfregio ingezet. Al tijdens de oorlog in Vietnam -begin jaren ’70- was dit onderdeel actief. Zo werd door afgerichte dolfijnen aanvallen uitgevoerd tegen Vietcong-duikers. In de jaren ’87-’88 zette de Amerikaanse marine in de Perzische Golf MK6-dolfijnen in om commandoposten te bewaken. Verder begeleidden deze dieren Koeweitse olietankers bij hun vaart door met mijnen omringde zeeroutes.
MK7. Dit is een variant van MK4. MK7-dolfijnen en -zeeleeuwen worden -in tegenstelling tot de MK4-collega’s- ook tijdens aanvalsoperaties ingezet om mijnen op te sporen.
Sommige dolfijnen en zeeleeuwen zijn getraind om onderwatercamera’s te dragen. Begin jaren ’70 werden dolfijnen ingezet om Sovjetschepen in Cubaanse havens te fotograferen.
Maar ook buiten (Koude) oorlogstijd hebben de dieren goede diensten bewezen. Zo werden MK6- en MK7-zeeleeuwen in 1996 ingezet bij de bewaking van de Amerikaanse kust tijdens de Republikeinse Conventie in San Diego.
In 1993 werd een door de marine getrainde zeeleeuw ingezet om de politie van de stad Charleston te helpen bij het vinden van een te water geraakte auto. Menselijke duikers hadden al vele keren geprobeerd de auto in het diepe en troebele rivierwater te vinden, maar resultaat bleef uit. De zeeleeuw had na zijn eerste duik de wagen al gevonden!
Op 21 mei 1996 botsten twee schepen op elkaar in de Baai van San Diego. Reddingswerkers kwamen er niet achter hoeveel mensen er aan boord van beide schepen waren en bleven dus in het ongewisse of ze iedereen uit het water hadden gehaald. Een MMS van een nabijgelegen marinebasis kwam met een dolfijn naar de plek, en in korte tijd gaf het dier uitsluitsel: er bevonden zich geen mensen meer in het water.
In Bahrein zullen de flippers het werk aan de zeeleeuwen moeten overlaten. Die zijn namelijk beter aangepast aan de hoge temperaturen die daar heersen en ook beter in staat in de ondiepe havens rond te neuzen. Zeeleeuwen kunnen dankzij hun amfibisch bestaan verdachte figuren zelfs tot op het land achtervolgen.
Mochten de dieren in de Golf niet in actie hoeven te komen, dan is in ieder geval één ’fanclub’ opgelucht: de Amerikaanse dierenbescherming. Want vanwege het levensgevaarlijke werk dat de dieren moeten verrichten, is die altijd fel tegen dit oorlogsdolfinarium geweest.