Meer vraag naar beveiliging door oorlogsdreiging
De dreiging van een oorlog in Irak leidt tot een iets grotere vraag naar particuliere beveiliging bij bedrijven. Vooral Amerikaanse ondernemingen willen extra beveiligingspersoneel als bescherming tegen mogelijke aanslagen. Dit blijkt uit een telefonische rondgang langs grote beveiligingsbedrijven maandag.
Randstad Bewaking spreekt van een stijging van het aantal opdrachten met 20 procent. Volgens adjunct-directeur J. Berck gaat het zowel om particuliere bedrijven als om overheidsbedrijven. „In eerste instantie lijkt dit natuurlijk goed voor de branche. Maar op de gevolgen voor de lange termijn zit niemand te wachten.”
Securitas ziet een toename van een paar procent bij hun klanten. Dat zijn vooral bedrijven met een Amerikaanse achtergrond in de Randstad die extra mensen willen, zegt adjunct-directeur E. Jansen. Hij houdt rekening met een verdere toename naar beveiligingskrachten zodra de oorlog uitbreekt. „Ook na 11 september 2001 zagen we een piek in de aanvragen.” Securitas heeft extra personeel voorhanden om de grotere vraag op te vangen.
Bij Securicor merken ze echter nog weinig van een dreigende oorlog. „Wij hebben Amerikaanse bedrijven gemaild met de boodschap ’We staan voor u klaar”, aldus algemeen directeur W. van de Ven. „Maar het blijft uitermate rustig aan het front. Kennelijk vinden onze klanten de dreiging niet serieus genoeg of denken ze dat het wel over zal waaien.”
Hij verwacht wel een hogere vraag naar beveiligingspersoneel bij het uitbreken van de oorlog. Na de aanslagen in New York op 11 september steeg de vraag gedurende een aantal weken met 10 tot 15 procent. Bij Securicor ligt een noodscenario klaar voor de oorlog, waarin rekening wordt gehouden met extra managementcapaciteit.
De Amerikaanse Kamer van Koophandel merkt een toegenomen bewustzijn bij Amerikaanse ondernemingen in Nederland dat ze moeten opletten. „Het is zeer waarschijnlijk dat ze bij bedrijfsterreinen extra bewaking inzetten en meer observatiepunten installeren”, aldus executive officer K. Burgersdijk. De Kamer en de Amerikaanse ambassade adviseren bedrijven zo onopvallend mogelijk door het leven te gaan. Eén advies behelst zo min mogelijk de Amerikaanse vlag uit te hangen.