Chef inlichtingendienst getuigt tegen Milosevic
De voormalige chef van de Joegoslavische contraspionagedienst generaal Aleksander Vasiljevic heeft woensdag een belastende verklaring afgelegd tegen ex-president Slobodan Milosevic.
Voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag getuigde hij dat Milosevic in 1992 tegenstanders in het leger uit de weg wilde ruimen, en het bevel wilde overnemen.
Vasiljevic hoorde voor het eerst van Milosevic’ voornemen in januari 1992. Hij ontving toen een rapport van „een vriend” waarin het plan uiteen werd gezet. Het bevatte een lijst met 33 hoge militairen die gedwongen zouden worden met pensioen te gaan. Volgens de vriend durfde niemand bezwaar te maken tegen Milosevic, die toen president van Servië was. Alleen de president van Joegoslavië had de bevoegdheid de legertop te vervangen. „Zo’n vervanging van de generale staf was nog niet eerder voorgekomen”, zei Vasiljevic.
Het proces tegen Milosevic begon woensdag precies een jaar geleden en zal nog zeker een jaar duren. Milosevic zijn 66 oorlogsmisdaden in het voormalige Joegoslavië ten laste gelegd, waaronder genocide op de moslimbevolking van Srebrenica in 1995. In het eerste jaar zijn 149 getuigen gehoord van de 287 die de aanklagers willen dagvaarden. Door de zwakke gezondheid van de Joegoslavische ex-president heeft het proces meer dan twee maanden vertraging opgelopen.
Vasiljevic wordt gezien als een belangrijke getuige die veel weet over de manier waarop Milosevic te werk ging. Daarover is weinig bekend omdat documenten waarop de besluiten van Milosevic zijn vastgelegd, ontbreken.
Vorige week kwamen de aanklagers tijdens de getuigenis van Vasiljevic met een brief die suggereerde dat Milosevic actief betrokken was bij de opstand van Serviërs in Kroatië. In de brief van 9 juni 1993 werd hem verzocht druk uit te oefenen op het Joegoslavische leger om materieel en manschappen te leveren aan de Servische rebellen. De brief was ondertekend door de toenmalige bestuurder van de Servische regio Krajina, Milan Martic.
De aanklagers legden Vasiljevic woensdag rapporten voor van de Joegoslavische militaire politie, waarin melding werd gemaakt van executies en mishandeling van burgers. Daarmee proberen ze aan te tonen dat de Servische regering van Milosevic wist van oorlogsmisdaden, maar niets deed om die te voorkomen of te bestraffen. Vasiljevic bevestigde dat de documenten authentiek leken.