Vertegenwoordigers van 180 landen proberen het eens te worden over een nieuw verdrag dat de opwarming van de aarde moet tegengaan. De afgelopen twee jaar werd er niet of nauwelijks vooruitgang geboekt in de onderhandelingen.Knelpunten zijn onder meer de hoeveelheid broeikasgassen die landen mogen uitstoten en de vraag hoe veel hulpgelden arme landen moeten krijgen voor hun bijdrage aan de strijd tegen klimaatverandering. Rond 2020 zouden rijke landen volgens het Unfccc jaarlijks honderden miljoenen euro’s moeten overmaken naar ontwikkelingslanden.

De Boer houdt hoop dat de deelnemers aan het overleg een akkoord zullen bereiken. Hij ziet „het begin van een constructieve discussie over de financiën". Maar hij denkt dat rijke landen pas in december duidelijk zullen maken hoe veel geld ze precies beschikbaar willen stellen. Ook is het nog onduidelijk welke instantie het geld gaat verdelen. De rijke landen willen hiervoor de Wereldbank gebruiken, terwijl ontwikkelingslanden een voorkeur hebben voor het oprichten van een nieuw VN–klimaatfonds.

De voorbereidingen voor de klimaattop in Kopenhagen lopen al sinds 2007. De Boer zei woensdag dat hij voor het eerst in twee jaar tijd een „constructieve focus" ziet op „hoe we dit gaan laten werken".

Het klimaatvergaderingscircus verhuist volgende maand nog naar Barcelona (2 tot en met 6 november), voordat de afgevaardigden naar Denemarken reizen. Vanaf 7 december moeten ze daar definitief overeenstemming bereiken over de opvolger van het Kyoto–verdrag.

De afspraken uit dat verdrag lopen in 2012 af. Tijdens de tweede week van de conferentie in Kopenhagen schuiven ook milieuministers van vele landen en enkele wereldleiders aan.