Op 23 maart wordt in het door oorlog verscheurde Tsjetsjenië een referendum gehouden over een nieuwe grondwet die de staatkundige positie van de deelrepubliek als onderdeel van de Russische federatie moet verstevigen.

De nieuwe grondwet is door Rusland voorgelegd aan de Raad van Europa. De belangrijkste Europese mensenrechtenorganisatie heeft nog geen oordeel gegeven over het Russische grondwetsvoorstel. De mensenrechtencommissaris van de Raad, Alvaro Gil-Robles, heeft dinsdag ontmoetingen met Russische regeringsfunctionarissen gehad en reisde vandaag door naar Tsjetsjenië en Ingoesjetië, waar een groot aantal Tsjetsjeense vluchtelingenkampen is.

Gil-Robles zal na zijn werkbezoek een advies indienen over het sturen van waarnemers naar de verkiezingen in Tsjetsjenië. Ook zal hij nagaan of eerdere aanbevelingen op het gebied van de mensenrechten zijn uitgevoerd, zoals het vermijden van excessen bij zoektochten van het Russische leger naar Tsjetsjeense rebellen. Ooggetuigen en mensenrechtenorganisaties zeggen dat daarbij de mensenrechten op grote schaal geschonden worden en dat er geregeld burgers worden gedood door soldaten.

De Russische regering is er veel aan gelegen om internationale erkenning te krijgen voor het Tsjetsjeense referendum en zo de Russische aanspraak op Tsjetsjenië als onderdeel van Rusland te bestendigen.