Augsburgse Confessie niet in kerkorde EKD
De Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) wil de Augsburgse Confessie niet bindend in de preambule van haar kerkorde opnemen. Dat maakte de Duitse kerk maandag bekend.
Alleen afzonderlijke lidkerken kunnen de belijdenisgeschriften praktisch gestalte geven, aldus een 118 pagina’s tellende adviesnota die vorige maand werd gepubliceerd. Ook het oecumenisch gesprek zou door bindende aanvaarding van de Augsburgse Confessie verhinderd kunnen worden.Met het besluit volgt de Duitse kerk het advies van de Raad voor Theologie van de EKD, die in de nota nagaat of het belijdenisgeschrift tot de grondslag van de kerk behoort.
De (onveranderde) Augsburgse Confessie van 1530 is voornamelijk opgesteld door Philippus Melanchthon en vertoont grote gelijkenis met een geloofssamenvatting van Maarten Luther uit 1528. Het belijdenisgeschrift, ook wel Confessio Augustana genoemd, werd voorgelezen op de rijksdag van Augsburg op 25 juni 1530.
De discussie over de status van de Augsburgse Confessie kwam in 2005 op gang naar aanleiding van het 475-jarig bestaan van de belijdenis. Ook in 1948, bij de vorming van de EKD, speelde overigens de discussie.
In opdracht van de kerk boog de adviesraad zich over drie vragen: Wat voor nut heeft het om belijdenisgeschriften op te nemen in de algemene kerkorde van op zichzelf staande protestantse kerken? Hoe verhoudt de kerkorde van de EKD, een gemeenschap van op zichzelf staande protestantse kerken, zich met die van haar lidkerken? Wat betekent het om de Augburgse Confessie op te nemen in de kerkorde van de EKD?
In de preambule van de kerkorde is opgenomen dat „voor het verstaan van de Heilige Schrift en de vroegkerkelijke belijdenissen in de lutherse, gereformeerde en geünieerde lidkerken en gemeenten de belijdenissen van de Reformatie maatgevend zijn.” De nota legt uit: „De geschriften worden niet gezien als hindernis, maar als hulp voor de lidkerken om het getuigenis van onze broeders en zusters te horen.”
Volgens het rapport mag de kerk de Augsburgse Confessie niet dwingend opleggen aan lidkerken door deze in de kerkorde op te nemen. Dat geldt ook voor de Barmer Thesen en de Konkordie van Leuenberg. Deze belijdenisgeschriften worden wel in de kerkorde genoemd om aan te geven dat de EKD zich ermee verbonden weet. Het is aan de lidkerken om de binding aan deze geschriften een praktische invulling te geven.
Een officiële status van de Augsburgse Confessie is volgens sommigen nodig om het (lutherse) belijden van de kerk beter onder woorden te brengen. De raad van de EKD zegt zich verbonden te weten aan de belijdenis en wil die gebruiken „om het belijden van de kerk te versterken.”