Als redenen voor een mogelijk ontslag noemde Janssen van Raaij het extreem linkse verleden van Duisenbergs echtgenote Gretta, het misbruik van haar diplomatieke paspoort voor haar pro-Palestijnse activiteiten en haar vermeende antisemitisme. Ook wijst het kamerlid op het feit dat Duisenberg zegt geheel en al achter zijn echtgenote te staan.

„Wilt u bevorderen dat de heer Duisenberg op staande voet wordt ontslagen als president van de Europese Centrale Bank, omdat zijn anti-Joodse, eenzijdig pro-Palestijnse opvatting in flagrante strijd is met de evenwichtige politiek van Nederland en de EU aangaande de moeilijke situatie in het Midden-Oosten?” vroeg Janssen van Raaij.

Als onderbouwing verwees de LPF’er, die na de verkiezingen van 22 januari niet is teruggekeerd in de Tweede Kamer, naar een artikel in deze krant over het verleden van Gretta Duisenberg. Hierin worden haar banden met de pro-communistische denktank Transnational Institute (TNI) in de jaren zeventig en tachtig beschreven. Janssen van Raaij spreekt hierom over „de extremistische achtergrond van mevrouw G. Duisenberg.”

Hoogervorst vindt het niet nodig W. Duisenberg te ontslaan. Hij wijst erop dat in de statuten van de ECB is vastgelegd dat de ECB-president benoemd wordt door de Europese Raad voor een eenmalige periode van acht jaar. Alleen in uitzonderlijke gevallen is het Hof van Justitie bevoegd -op aanvraag van de ECB-raad of het ECB-bestuur- een lid van het ECB-bestuur van zijn taken te ontheffen.