Ophef over rapport Westerschelde
In Zeeland is ophef ontstaan over een rapport waaruit zou blijken dat de natuur in de Westerschelde in een veel betere staat verkeert dan de afgelopen jaren is gesteld.
Fractievoorzitter J. Robesin van de Partij voor Zeeland bevestigde dinsdag desgevraagd een dergelijk rapport in handen te hebben.Volgens hem gaat het om de officiële registratie in de Natura 2000-databank van de Europese Commissie. Elke Europese lidstaat is verplicht gegevens over Natura 2000-gebieden te verstrekken.
In het desbetreffende dossier stelt het Wageningse Informatie- en KennisCentrum Natuurbeheer vast dat de staat van instandhouding van het Westerschelde-estuarium goed is, met zeer goede verwachtingen voor de toekomst.
De bevindingen van het Wageningse instituut zijn in tegenspraak met de stellingname van onder meer de Zeeuwse Milieufederatie en het ministerie van Landbouw, zegt Robesin. „Die hebben van meet af aan beweerd dat de Westerschelde een doodzieke patiënt is.”
„Deze ‘groene leugen’ is al die tijd meegedragen in het ontwerpbesluit van de Westerschelde”, aldus Robesin. Het ontwerpbesluit vormde de basis voor de in december 2005 door Nederland en Vlaanderen ondertekende Scheldeverdragen, waarin ook de noodzaak van natuurcompensatie is vastgelegd.
Het rapport dat nu boven tafel is gekomen, maakt die noodzaak volgens Robesin overbodig. De Partij voor Zeeland heeft het Zeeuwse college van gedeputeerde staten om opheldering gevraagd.
SGP-Kamerlid Van der Staaij vroeg gisteren aan minister Verburg (LNV) om een toelichtende brief over de kwestie.