Nijpende milieuschade in Afghanistan
Afghaanse nachten zijn lang. Terwijl sneeuwvlokken uit de hemel boven Kabul dwarrelen en de generator buiten een wolk van zwarte benzinedampen uitbraakt, is het binnen gezellig. De houtkachel brandt en op het butagasstel zingt de fluitketel. Een leeg blikje Pepsi verdwijnt met een oude batterij in de afvalemmer in de tuin, die iemand morgen zal omkieperen op de vuilnisbelt aan het eind van de straat.
Helemaal fout, volgens de UNEP, het United Nations Environmental Programme. De UNEP publiceerde onlangs een uitgebreid rapport over de milieuschade die 23 jaar burgeroorlog Afghanistan heeft bezorgd. Hoewel de rapporteurs ook hier en daar wat goed nieuws te melden hadden, is de teneur zeer somber. Het hele land heeft te lijden gehad onder verwaarlozing, roofbouw en natuurrampen. Meren en rivieren zijn opgedroogd, bossen gekapt, steden zijn open riolen en nergens liggen er zoveel mijnen en onontploft militair speelgoed als in Afghanistan.
Vooral in de steden is de situatie nijpend. Een dikke laag smog bedekt Kabul; het resultaat van wilde en ongecontroleerde groei. Het inwonertal is in een jaar tijd verdubbeld tot bijna 3 miljoen mensen, die allemaal auto willen rijden en hun generatoren laten loeien. Met elkaar produceren zij een wolk van kooldioxide en lood waar je op windstille dagen tegenaan kunt leunen.
Daarnaast gooit iedereen zijn huisvuil bij gebrek aan een alternatief maar ergens op straat en lozen de meeste huizen hun afvalwater rechtstreeks de grond in, zodat het korte tijd later via de buurtwaterput weer in circulatie komt. Epidemieën liggen op de loer en worden door de UNEP dan ook voor deze zomer voorspeld. In het rapport doen de waarnemers en rapporteurs 163 voorstellen aan het Afghaanse ministerie voor Irrigatie en Milieu. Ze lopen uiteen van herbebossing, verwerking van ziekenhuisafval, wetgeving voor schone en veilige fabrieken tot het doorsteken van een grote dam en het uitroepen van de gehele Pamir tot wereldbeschermd natuurgebied.
Ooit zal hier de elektriciteit voor 95 procent uit waterkrachtcentrales komen, wordt het huisvuil gescheiden ingezameld en komen de kraanvogels terug in de nu drooggevallen meren. Boeren zullen weer een goede boterham hebben aan hun pistachenotenbomen en komijnzaadstruiken. Ecotoeristen zullen grif geld betalen om in de hoge Hindu Kush sneeuwluipaarden te zien. Naïef? Natuurlijk. Maar de UNEP schrijft ook zeer onder de indruk te zijn geraakt van de Afghaanse bevolking, die onder de moeilijkst denkbare omstandigheden heeft geprobeerd de natuur te beschermen.