„Wij werken niet voor de VS”
Wat als er een oorlog in Irak komt, dood en verderf wordt gezaaid en er na afloop nauwelijks verboden wapens worden gevonden? vraagt Hans Blix zich af. De inspecties moeten doorgaan, vult Mohamed al-Baradei zijn collega aan. Het Midden-Oosten kan zich geen nieuwe oorlog veroorloven. Wapeninspecties zijn voor de Verenigde Staten trouwens ook veel goedkoper dan oorlog.
Na twee dagen van onderhandelingen in Bagdad geven de twee zichtbaar vermoeide hoofdinspecteurs een exclusief gezamenlijk interview aan het persbureau AP. De twee juristen kennen elkaar al jaren. De 74-jarige Blix was minister van Buitenlandse Zaken van Zweden en werd daarna directeur van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) in Wenen. Daar was de nu 62-jarige Egyptenaar al-Baradei zijn rechterhand. In 1997 vertrok Blix en volgde al-Baradei hem op. De twee zijn bevriend en vullen elkaar naadloos aan.
In het verleden bagatelliseerde Irak de vragen die tijdens de wapeninspecties in de jaren ’90 niet zijn beantwoord, aldus Blix. Heeft het land zijn voorraden antrax en zenuwgas werkelijk vernietigd? Tot op heden is dat niet duidelijk, maar afgelopen weekeinde „concentreerde (Irak) zich voor het eerst op deze kwesties.”
Al-Baradei echoot: „Wat we zien is dat Irak deze kwesties serieus begint te nemen. Irak probeert voor het eerst ook met oplossingen te komen.”
De inspecteurs zijn na hun weekeinde van gesprekken met Iraakse functionarissen voorzichtig optimistisch gestemd. Ze kregen documenten met informatie over verboden wapens en raketten en Irak heeft toegezegd er meer boven tafel te krijgen.
Gevraagd naar een reactie op uitlatingen als die van de Amerikaanse president George Bush, die vorige week zei dat „het spel uit is” voor Saddam Hussein, reageren beide mannen op karakteristieke wijze. Allebei laten ze lichte ergernis zien, maar waar Blix onderkoelde precisie aan de dag legt, toont Al-Baradei meer emotie. „We werken niet voor Amerikaanse overheidsfunctionarissen, maar voor de Veiligheidsraad”, zegt Blix, die vervolgens begint aan een uiteenzetting over mandaten en tijdschema’s. Al-Baradei beklaagt zich over mensen die het hebben over de „zogenaamde inspecties” in Irak. „Dat is een oversimplificatie. Haast mag geen afbreuk doen aan de inspecties. Verwachten dat een land binnen acht weken wordt ontwapend en dat die ontwapening ook nog wordt geverifieerd, is oversimplificatie.”
Blix, die al zich al meer dan veertig jaar met ontwapeningsvraagstukken bezighoudt, zegt nog altijd geen idee te hebben of Irak nu wel of geen massavernietigingswapens heeft. „Het zou volgens mij erg paradoxaal zijn als Irak oorlog en verwoesting over zichzelf afroept om een beperkte hoeveelheid verboden wapens. Het zou volgens mij ook paradoxaal zijn als de rest van de wereld tegen enorme kosten een oorlog voert, om er uiteindelijk achter te komen dat er maar heel weinig verboden wapens waren.”
De Zweed maakt een rekensom. Met de huidige staf van 200 mensen kosten de wapeninspecties 80 miljoen dollar per jaar. Een Amerikaanse oorlog tegen Irak kost naar schatting meer dan 100 miljard dollar en er zijn zo’n 200.000 mensen voor nodig.
„En dan zijn er de politieke, economische en maatschappelijke repercussies”, voegt al-Baradei daaraan toe. „In een gebied bovendien dat toch al uitermate instabiel is.”
„Tussen de beide opties bestaat een aanzienlijk verschil”, zegt Blix.