De ontdekte watervoorraad is bijna net zo groot als het Drieklovenstuwmeer in de rivier de Jangtse. Met het extra water zou de landbouw in een van de droogste en onvruchtbaarste gebieden van China een stimulans kunnen krijgen. Bovendien kan het meer dienen als drinkwatervoorziening en voor de levering van water aan de industrie.

De Taklamakanwoestijn strekt zich uit over een groot deel van Xinjiang, een gebied dat aan een aantal andere Aziatische landen grenst. De Taklamanwoestijn is een droog en schaars bevolkt deel van het land. De ontdekking werd gedaan door wetenschappers die voor de overheid alle waterreservoirs van de regio Xinjiang in kaart brachten. Het noordwesten van China, inclusief Xinjiang, beslaat eenderde van het Chinese grondgebied, maar er wonen maar 90 miljoen van de 1,3 miljard inwoners. Twee jaar geleden is de Chinese regering een campagne begonnen voor de ontwikkeling van het achtergebleven gebied, om het verschil in welvaart met het veel ontwikkelder oosten te verkleinen en de vaak opstandige etnische minderheden meer bij de rest van China te betrekken.

Hoewel het noordwesten van China rijk is aan gas, olie en andere mineralen, is de bevolking grotendeels afhankelijk van landbouw, waaronder de druiven- en de meloenenteelt. Tien miljoen mensen in het noordwesten hebben geen toegang tot schoon drinkwater. Hoe men het water onder de Taklamakan, een woestijn ter grootte van Polen, wil gaan aanboren werd niet gezegd. Wetenschappers hameren op de noodzaak van duurzame ontwikkeling, om zo lang mogelijk profijt te kunnen hebben van de watervoorraden.