Nederland bereikt helft bevolking Uruzgan
Nederland en zijn voornamelijk Australische en Amerikaanse partners bereiken de helft van de bevolking van de Afghaanse provincie Uruzgan en niet 70 procent zoals het kabinet altijd beweert.
Dat stelt het Afghaanse onafhankelijke bureau TLO in een onderzoek dat donderdag op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag is gepresenteerd.Volgens de bevolking is de Afghaanse overheid nog steeds onzichtbaar en bovendien afhankelijk van buitenlandse hulp, schrijft TLO. Lokale leiders opereren daarom zo veel mogelijk om de overheid heen.
Een van de belangrijkste vragen van de bevolking is of en hoe lang de buitenlandse troepen blijven, zei directeur Zahine van TLO. Hij wilde niet ingaan op de vraag of Nederland na 2010 militair in het gebied moet blijven. Zahine weet hoe gevoelig dat ligt. Er wordt nu binnenskamers door het kabinet over gepraat en de coalitiepartijen in de Tweede Kamer zijn er verdeeld over.
Volgens TLO is de veiligheid en de ontwikkeling sinds het begin van de Nederlandse missie alleen toegenomen in de districten waar de Nederlanders zich op concentreren: Tarin Kowt, Deh Rawood en Chora. Maar ook daar het resultaat fragiel en beperkt.
Uit een donderdag gepubliceerd overzicht van Defensie blijkt dat militairen tot nu toe dit jaar al meer zelfgemaakte bermbommen (IED’s) hebben opgespoord in de Afghaanse provincie Uruzgan dan heel vorig jaar: 111 tegenover 102 in 2008. Daarnaast ontploften er iets meer IED’s.