Kiezers: Er zijn ongeveer 62,2 miljoen stemgerechtigden van wie 32,2 miljoen vrouwen en 30 miljoen mannen. Circa 3,5 miljoen mensen mogen voor het eerst hun stem uitbrengen. Iedereen die achttien jaar is, mag stemmen. De opkomst bij de laatste verkiezingen voor de Bondsdag in 2005 bedroeg 77,7 procent. De hoogste opkomst ooit was in 1972. Toen maakte 91,1 procent van de kiezers de gang naar het stembureau.Partijen: Aan de verkiezingen nemen in totaal 27 partijen deel met 3556 kandidaten. De vijf belangrijkste partijen zijn de christendemocraten van CDU en haar Beierse zusterpartij CSU, de sociaaldemocratische SPD, de liberale FDP, de Groenen en Die Linke, een combinatie van ontevreden voormalige SPD’ers en hervormingsgezinde DDR–communisten. Er geldt een kiesdrempel van 5 procent om versplintering van het parlement te voorkomen.

Kiesstelsel: De Bondsdag telt in principe 598 zetels. Precies de helft bestaat uit parlementariërs die in een van de 299 kiesdistricten de meeste stemmen hebben gekregen, de zogeheten Direktkandidat. Om die te kiezen beschikt de stemmer over een Erststimme. Met zijn tweede stem, de Zweitstimme, kiest hij een partij en bepaalt daarmee in feite de politieke verhoudingen in het parlement. Via de partijlijsten, die per deelstaat zijn opgesteld, worden dan de overige 299 afgevaardigden bepaald. Het kan gebeuren dat een partij met de Erststimme meer zetels vergaart dan waar zij volgens de Zweitstimmen recht op heeft. Een afgevaardigde verliest echter nooit zijn Direktmandat. In een dergelijk geval wordt het parlement uitgebreid met extra zetels, de zogeheten Überhangmandate. In de huidige Bondsdag zitten door deze Überhangmandate niet 598 parlementariërs, maar 611 afgevaardigden.