Weg bij Siloam opgegraven
Israëlische archeologen hebben een deel van de weg waarover waarschijnlijk de pelgrims liepen toen zij naar de tempel trokken, opnieuw opgegraven. De weg verbindt het Badwater van Siloam met de Tempelberg.
Het bestaan van deze weg was al bekend. Aan het einde van de negentiende eeuw ontdekten archeologen van het Britse Palestina Exploratie Fonds de passage voor het eerst. Nadat ze de weg hadden opgegraven, vulden ze deze weer met aarde. Andere delen van dezelfde weg werden in 1937 en in de jaren zestig blootgelegd en weer bedekt. Het gedeelte dat is herontdekt, bevindt zich op een afstand van 550 meter ten zuiden van de Tempelberg. Archeologen hebben een strook vrijgemaakt van een tot twee meter breed aan de westelijke zijde van de weg.De weg is aangelegd met treden die afwisselend breed en nauw waren. Deze bouwstijl was in de Tweede Tempelperiode (536 voor Christus–70 na Christus) gewoon. Het is niet bekend waarvoor het Badwater van Siloam gebruikt werd. Zeker is dat de duizenden pelgrims die tijdens de drie grote Joodse feesten (Pesach, Pinksteren en Loofhutten) naar Jeruzalem trokken, water nodig hadden. Het kan zijn dat het badwater als ritueel bad heeft gediend.
Voordat de pelgrims de tempel betraden, moesten ze een reiniging ondergaan. Het badwater wordt genoemd in Johannes 9. Jezus genas hier een blinde man.