Nederlandse bommen vallen op Afghanistan
Nederlandse F-16’s hebben dinsdag voor het eerst sinds hun deelname aan de internationale strijd tegen het terrorisme in en rond Afghanistan doelen gebombardeerd.
Het ging om een grottencomplex in het zuiden van Afghanistan, waar Amerikaanse troepen in het kader van de operatie Enduring Freedom (Duurzame Vrijheid) jacht maken op strijders van de Taliban.
Volgens een Amerikaanse legerwoordvoerder zijn er 75 grotten geïdentificeerd in de regio. Daarvan waren er tot dinsdag 49 ’geruimd’, nog eens 12 andere zijn verwoest.
De twee Nederlandse F-16’s die dinsdag bij de actie waren betrokken, gooiden een aantal lasergeleide bommen af. Om hoeveel wapens het precies ging, wilde een luchtmachtwoordvoerder gisteravond niet zeggen. Iedere F-16 heeft twee lasergeleide bommen bij zich. De bommen worden automatisch naar het doel gedirigeerd. De actie heeft een aantal uren geduurd. Er was geen weerstand vanaf de grond.
Vorige week kwamen Nederlandse F-16’s ook al in actie in het gebied, maar werd er niet geschoten. Toen waren het de Noorse collega’s van de Nederlandse piloten die voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog bommen afwierpen. Dinsdag deden de Denen ook voor het eerst actief mee aan de actie.
De Nederlandse F-16’s, afkomstig van het 323-squadron van de vliegbasis Leeuwarden, vormen samen met Deense en Noorse toestellen het zogeheten EPAF-detachement (European Participating Air Forces), dat sinds oktober vorig jaar opereert vanaf de Ganci luchtmachtbasis bij het vliegveld Manas in Kirgizië. Opdracht is om Amerikaanse en Britse eenheden op de grond in Afghanistan te ondersteunen. De drie landen leveren sinds 1 oktober vorig jaar ieder zes gevechtstoestellen.
Om hun doel in de buurt van Spin Boldak te kunnen bereiken, werden de F-16’s enkele malen in de lucht bijgetankt door een KDC-10-tankvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht.
Het is voor het eerst sinds de NAVO-luchtaanvallen op Servië en Kosovo in 1999 dat Nederlandse F-16’s bommen of raketten hebben gebruikt. Toen bombardeerden Nederlandse F-16’s drie Servische MiG-29’s die op de grond stonden op een vliegveld in Servië en schakelde een F-16 in de lucht met een raket een vliegende MiG uit.
Volgens een luchtmachtwoordvoerder hebben Nederlandse piloten tot nu een kleine 300 missies gevlogen boven Afghanistan van gemiddeld zeven uur. De bemanning van de KDC-10 trok er in die tijd 55 keer op uit om bevriende toestellen in het operatiegebied bij te tanken.
De F-16’s moeten vanaf Manas ongeveer anderhalf uur (900 kilometer) vliegen voordat ze boven Afghanistan zijn. Daar cirkelen ze dan boven het land en laten ze zich door het Amerikaans commandocentrum in Bagram of door een vliegend Awacs-commandocentrum naar bepaalde streken van Afghanistan sturen.
Tijdens een missie van gemiddeld zeven uur moet een F-16 een keer of vijf worden bijgetankt vanuit een KDC-10 of een ander tankervliegtuig. Tot voor kort was het steeds voldoende om ergens te verschijnen en met veel geraas over te vliegen om Taliban- of al-Qaida-eenheden te verjagen.