Partijbons en politiechef Urumqi ontslagen
PEKING (ANP/RTR/DPA/AFP) – De leider van de Communistische Partij van China in de onrustige, noordoostelijke stad Urumqi, Li Zhi, en de politiechef van de provincie Xinjiang, Liu Yaohua, zijn zaterdag ontslagen. Het staatspersbureau Xinhua berichtte hun ontslag zonder reden op te geven.
Li Zhi was de machtigste man in de stad van meer dan 2,3 miljoen inwoners, waar in juli en in de afgelopen dagen etnische onlusten zijn uitgebroken. Daarbij staan de oorspronkelijke bewoners van de regio, de islamitische Oeigoeren, tegenover de veelal recent naar de regio gekomen Han–Chinezen.Urumqi is de hoofdstad van de noordwestelijke provincie Xinjiang. De stad maakt sinds de jaren negentig een stormachtige groei door en is sterk ’verchineest’, tot woede van de Oeigoeren . De Han–Chinezen, met circa 90 procent de grootste etnische groep van het land, vormen naar schatting driekwart van de bevolking van de stad.
De onlusten van de afgelopen waren het gevolgen van honderden incidenten waarbij voorbijgangers met injectienaalden waren geprikt. Volgens de Chinese minister van Politie zijn het separatistische Oeigoeren die hun Han–Chinese landgenoten te lijf gaan. De verkoop van injectienaalden is in Urumqi inmiddels aan banden gelegd.
Het prikken van medemensen met injectienaalden kwam in China eerder voor, in de havenstad Tianjin in 2002. Het zou toen gaan om hiv–geïnfecteerden die tegen discriminatie zouden protesteren door voorbijgangers in aanraking te brengen met besmet bloed. De politie verrichtte toen enkele arrestaties. In de injectienaalden bleek slechts rode verf te zitten.
De massaal opgetrommelde politie zorgde zaterdag in Urumqi voor rust. Alleen al op één kruispunt aan een toegangsweg tot de Oeigoerse wijk stonden 600 agenten. Boven de stad cirkelen politiehelikopters. De winkels gaan langzaamaan weer open; ook durven meer mensen voet op straat te zetten.