Normaal gesproken vangt Van der Laan alleen maar palingen in de polder Bloemendaal. Maar sinds hij vier jaar geleden de eerste rode Amerikaanse rivierkreeft tegenkwam in zijn fuiken, is de visstand langzaam teruggelopen en de groei van kreeften gigantisch gestegen. „Pas heb ik met heb ik met vijf speciaal ontworpen kreeftenfuikjes in een paar dagen tijd ruim 700 kilo kreeft gevangen. Dat komt neer op 17.800 kreeften. In 100 meter sloot.”Dat de Amerikaanse rivierkreeft een probleem is in de sloten tussen Waddinxveen en Gouda is wel te zien. Waterplanten zijn er nauwelijks meer te ontdekken. Allemaal opgevreten door het exotische dier. Hier en daar liggen nog wat bladeren van waterlelies. „Vroeger lagen de sloten er vol mee.”

De kreeft is een omnivoor, dus naast planten is hij ook niet vies van bijvoorbeeld kikkervisjes en andere kleine visjes. „Als de vis verdwijnt, loopt ook de snoekenstand terug. Ook vogels zoals de zwarte stern eten graag visjes, maar die moeten ze nu ergens anders halen.”

Ingrijpen is hard nodig, vindt de visser uit Reeuwijk. „Anders gaat het net als met de muskusratten. Er werd pas actie ondernomen toen het probleem onbeheersbaar was.” Muskusratten graven gangen en holen in waterkanten en dijken, waardoor ze zelfs voor dijkdoorbraken kunnen zorgen.

Van der Laan wil de polder afzetten en dan alle kreeften eruit vissen. „Natuurlijk zal dat niet helemaal lukken, maar als we net als bij de muskusratten blijven vangen, blijft het allemaal beheersbaar.”

Een geluk bij een ongeluk vindt Van der Laan dat de rivierkreeft een delicatesse is. „Even koken, pellen en dan als voorgerechtje opdienen. Verrukkelijk!” Het enige probleem is dat het pellen zo veel tijd en dus geld kost. „Voor een kilo rivierkreeft ben je anderhalf uur aan het pellen. Dat maakt het onbetaalbaar voor restaurants. Maar met een beetje subsidie van de overheid is het wel te doen.”