Poetin: Pact met nazi-Duitsland was immoreel
In de Poolse havenstad Gdansk wordt dinsdag officieel het begin van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Over de schuldvraag lijkt zeventig jaar na dato geen discussie meer mogelijk. In Oost-Europa wordt daar echter anders over gedacht.
In de vroege ochtend van 1 september 1939 valt de Duitse Wehrmacht buurland Polen binnen. Kort daarvoor hebben een aantal in Poolse uniformen gestoken SS’ers een grensincident in scène gezet, waarbij lichamen van in Duitse concentratiekampen omgekomen gevangenen aan de wereld worden gepresenteerd als slachtoffers van Poolse agressie. Daarom wordt „vanaf 5.45 uur teruggeschoten”, aldus Adolf Hitler in een verklaring tegenover de juichende leden van de Rijksdag.Twee dagen later is de Tweede Wereldoorlog een feit als –tegen de verwachting van een woedende Führer in– naast Groot-Brittannië en Frankrijk ook de Britse Gemenebestleden Australië, India en Nieuw-Zeeland het Derde Rijk de oorlog verklaren; kort daarop volgen Zuid-Afrika en Canada.
En dat is pas het begin. In 1941 volgen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Op het einde van de oorlog, een kleine zes jaar later, zijn 54 landen in staat van oorlog met het Duitse Rijk.
De afloop van is bekend. Na de Duitse capitulatie op 8 mei 1945 vallen er naar schatting zestig miljoen mensenlevens te betreuren, waarvan de helft vrouwen, kinderen en bejaarden; alleen al de Holocaust kost zes miljoen Joden het leven.
Dat Adolf Hitler en nazi-Duitsland verantwoordelijk zijn voor de agressie lijdt geen twijfel. Toch is dat voor met name Oost-Europeanen slechts een deel van het verhaal. Niet dat een land als het zwaargetroffen Polen ook maar de geringste behoefte heeft, iets af te doen van de historische schuld van Duitsland. Maar Oost-Europese landen wijzen bij voortduur op een andere schuldige: Moskou. En dat wil van schuld nog altijd bar weinig weten.
De schandvlek van Moskou heeft alles te maken met de gebeurtenis op 23 august 1939. Op die datum ondertekent de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joachim von Ribbentrop, een niet-aanvalsverdrag met zijn collega Vjatsjeslav Molotov van aartsvijand de Sovjet-Unie. In een geheim protocol delen Hitler en Sovjetdictator Josef Stalin Oost-Europa onderling op. Duitsland heeft zijn handen vrij en hoeft niet bang te zijn voor een tweefrontenoorlog.
Als de Wehrmacht op 1 september Polen binnenvalt, volgt het Rode Leger op 17 september, waarna tien dagen later het lot van het land is bezegeld. Aan de Duits-Russische ‘vriendschap’ komt een einde als op 22 juni 1941 het Duitse Rijk de Sovjet-Unie aanvalt en laatstgenoemde in het kamp van de Geallieerden terechtkomt.
Poetin: Pact met nazi-Duitsland was immoreel
Het verdrag dat Moskou in 1939 met nazi-Duitsland sloot was een immoreel pact. Dat heeft de Russische premier Vladimir Poetin maandag gezegd.
Het niet-aanvalsverdag dat de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop in augustus 1939 sloot met zijn Russische collega Vjatsjeslav Molotov voorzag in de verdeling van Oost-Europa in Duitse delen en Sovjetgebieden. Het Duitse leger viel enkele dagen na ondertekening Polen binnen, om het gedeelte te bezetten dat in het pact aan de Duitsers was toegekend. Met die inval begon de Tweede Wereldoorlog. Kort erop viel Rusland Polen van de andere kant binnen. Dat wordt door de Polen nog steeds gezien als een dolksteek in de rug.
In een artikel van Poetins hand in de Poolse krant Gazeta Wyborcza, zegt Poetin dat het Molotov-Von Ribbentrop-pact veroordeeld dient te worden. De premier voegt daaraan echter wel toe dat de Sovjetunie door de westerse mogendheden in de steek was gelaten en dat Moskou er alleen voor stond in de strijd tegen de nazi’s.
Polen waarschuwde vanmorgen voor geschiedvervalsing. „Zonder oprecht gedenken en de waarheid”, zal noch Polen, noch Europa, noch de wereld ooit veilig zijn”, aldus premier Tusk.
Voor Polen maar ook voor de Baltische landen Estland, Letland en Litouwen is de Sovjetagressie niet minder pijnlijk dan voor Duitsland. Vanuit deze landen werden onmiddellijk na de bezetting door de Sovjet-Unie honderdduizenden inwoners richting Siberië en Centraal-Azië gedeporteerd. In Polen is de naam Katyn, een dorpje waar Sovjetagenten in 1940 ruim 20.000 Poolse officieren en intellectuelen vermoordden, nog altijd een open zenuw.
Terwijl Duitsland anno 2009 zich nog altijd uitput in het aanbieden van verontschuldigingen voor het aangedane leed, blijft Moskou in alle talen zwijgen. De ineenstorting van het Sovjetimperium in 1989 heeft daarin nauwelijks verandering gebracht. Weliswaar veroordeelde het Congres van Volksafgevaardigden in december 1989 het gewraakte verdrag, maar daar bleef het bij. Een publiek debat over dit onderwerp is in Rusland weer taboe.
In een land waar de nationale identiteit en trots voor een groot deel gebaseerd is op de overwinning in de Grote Pattriotische Oorlog past geen fundamentele kritiek op de toenmalige leider. Het leidt alleen maar tot verdeeldheid onder de bevolking en daaraan heeft het Kremlin geen enkele behoefte.
De veroordeling van het pact door de Russische premier Poetin, gisteren in een artikel in de Poolse krant Gazeta Wyborcza, zal daarin geen verandering brengen. Weliswaar schreef de premier dat het „immorele” pact „zonder enige twijfel volledig gemotiveerd kan worden veroordeeld”, maar hij voegde daaraan toe dat hij niet afweek van hetgeen de volksafgevaardigden in 1989 al hadden gezegd.
De verzoenende toon van Poetin in een Poolse krant lijkt vooral bedoeld voor de internationale Bühne. De officiële geschiedschrijving in Rusland zal vanaf vandaag niet veranderen. Die ziet het Molotov-Ribbentroppact nog altijd als een geniale zet van de Sovjetleider: door het verdrag te sluiten verlegde hij het toekomstige front met Duitsland naar het westen en zorgde hij voor extra tijd om zich voor te bereiden op de strijd.
Ook de Russen die nog altijd geloven dat het ”duivelspact” slechts een dekmantel was voor een geheim akkoord tussen Duitsland en Polen in 1934, met als doel gezamenlijk op te trekken tegen de Sovjet-Unie, zal het Kremlin niet op andere gedachten proberen te brengen.
Integendeel. Op 19 mei van dit jaar gaf de Russische president Dmitri Medvedev opdracht voor de vorming van een commissie die toezicht moet houden op de geschiedschrijving. Die moet tegenwicht bieden aan situaties waarin „geschiedenis wordt vervalst om de belangen van Rusland te beschadigen.” Bovendienidem is er een wet in de maak die de rehabilitatie van het nationaal-socialisme moet voorkomen. Als de wet wordt aangenomen, hangt mensen die de prestaties van de Sovjet-Unie en Stalin in de Tweede Wereldoorlog in twijfel trekken, een gevangenisstraf van maximaal vijf jaar boven het hoofd.