Vreugde en verdriet in Beslan
De Zuid-Russische stad Beslan worstelt nog altijd met de gijzeling van School Nummer 1, waarbij vijf jaar geleden 333 mensen omkwamen. Een deel van de inwoners wil vooruit. Anderen zijn nog dagelijks bezig met de aanslag. „Het leven is hier zwaar.”
Een zacht gesnik valt te horen. Een oudere vrouw, geheel in het zwart gekleed, schenkt een plastic beker vol met ananassap. Ze vult een tweede met een andere fles. Beide bekers zet ze op een plank onder twee uitvergrote pasfoto’s die aan een muur hangen…Plaats van handeling is de gymzaal van School Nummer 1 in Beslan. De school die komende dinsdag vijf jaar geleden werd gegijzeld door 32 gewapende Tsjetsjenen en Ingoesjeten. Het was de eerste schooldag, een feestdag in Rusland. De schoolkinderen hadden hun mooiste kleren aangetrokken. Maar in plaats van muziek te maken en te zingen zaten meer dan duizend mensen opeengepakt in de sportzaal. Tussen explosieven, zonder eten en zonder drinken, op een oppervlakte niet groter dan een basketbalveld.
De gijzeling duurde drie dagen en eindigde met een bestorming door speciale Russische troepen. De meeste doden vielen op 3 september door drie explosies, waarbij de sportzaal in brand kwam te staan en het dak instortte. In de chaos die ontstond, schoten de terroristen en Russische troepen op elkaar, terwijl de gijzelaars met hulp van toekijkende burgers probeerden weg te komen. Uiteindelijk kwamen 333 mensen om, onder wie 186 kinderen.
De school ziet er vijf jaar later precies zo uit zoals direct na de gijzeling. In de gymzaal zijn de kogelgaten in de muren te zien, de verbrande klimrekken staan er nog steeds en de ruiten liggen eruit. De school doet dienst als monument. In de sportzaal staan overal water- en sapflessen, omdat de kinderen van de terroristen geen toestemming kregen om te drinken. In het midden staat een houten kruis. Aan de muren hangen foto’s van de slachtoffers. Gedichten en kreten als ”Wij zijn met jullie” zijn op de muren geschreven. Op de grond liggen bloemen en kransen.
Eenmaal buiten het schoolcomplex wil de vrouw in het zwart niet praten. „Het spijt me. Maar wat valt er nog te zeggen”, verzucht ze en ze loopt met gebogen hoofd een supermarkt in.
Beslan is een slapende provinciestad, net als vele andere in de Russische deelrepubliek Noord-Ossetië. De bevolking is christelijk-orthodox. Ruim 30.000 mensen wonen er en iedereen kent elkaar. Behalve School Nummer 1 is er in Beslan weinig terug te zien van die verschrikkelijke septemberdagen. Maar elke inwoner is ermee bezig. Allemaal zijn ze wel op de een of andere manier betrokken bij de gijzeling. Ouders hebben hun kind verloren. Van anderen is het buurmeisje overleden. Sommige kinderen zijn zowel hun moeder als hun vader kwijtgeraakt.
Medicijn
De meerderheid wil vooruit, maar kan de gebeurtenissen niet vergeten. De rest heeft het nog elke dag moeilijk, zeggen vier psychologen in de nieuwe school. Die is schuin tegenover School Nummer 1 gebouwd. Alleen een weg, een spoorbaan en een rij bomen scheiden verleden en toekomst. De psychologen vertellen over een vrouw die nog elke dag naar het graf van haar kleinkind gaat, over een meisje dat ’s nachts met het licht aan wil slapen en over een dochter die iedere dag het graf van haar moeder bezoekt en zegt: „Hallo mama. Daar ben ik weer.”
„Het leven is hier zwaar”, zegt Susanna Doedijeva. Zij verloor haar 13-jarige zoon Zaur bij de gijzeling. Ze is bijna geheel in het zwart gekleed. „De meesten zijn een, twee of drie kinderen kwijtgeraakt. Anderen hun vrouw. Veel mensen zijn ziek. Anderen zijn niet in staat om te werken. Het eerste jaar na de aanslag waren er geen bruiloften of andere feesten.”
Doedijeva is hoofd van het comité Moeders van Beslan, een organisatie van vrouwen die hun kinderen hebben verloren. Ze hebben zich verenigd, omdat ze vinden dat er een nieuw onderzoek moet komen naar de gijzeling. Tot nu toe ligt er alleen een rapport van de overheid. En dat beantwoordt lang niet alle vragen, zegt Doedijeva. Ze zit achter een tafel in het kantoor van de Moeders van Beslan, op ongeveer 100 meter van School Nummer 1. De voordeur staat uitnodigend open. Vrouwen komen langs voor een kop thee en om even bij te praten.
Beslan zal nooit vooruit kunnen kijken zolang er geen goed onderzoek heeft plaatsgevonden, betoogt ze. „Er is nog zo veel onduidelijk. Waarom is er slechts één terrorist opgepakt? Waar zijn al die anderen, die in de nacht voor de bestorming zijn gevlucht? Wat was de rol van alle instanties? Konden zij die gijzeling niet voorkomen? Waarom is er niet onderhandeld met de terroristen om meer kinderen te redden? Het helpt als de waarheid bekend wordt. Een goed onderzoek kan voor de nabestaanden werken als een medicijn.”
Schoolfoto
Volgens de psychologen in de nieuwe school is er na de aanslag een kleine groep inwoners van Beslan vertrokken. De aanblik van School Nummer 1 en de begraafplaats waar de slachtoffers liggen, was te confronterend voor hen. De meeste inwoners zijn gebleven.Want in Beslan liggen hun wortels, zeggen ze allemaal. Hier zijn ze opgegroeid. Hier liggen hun ouders begraven. Hier kennen de mensen elkaar.
Wel zijn ze bang voor een aanslag of een nieuwe gijzeling. De laatste tijd is het onrustig op de noordelijke Kaukasus. In de naburige Russische deelrepublieken Ingoesjetië en Tsjetsjenië plegen islamitische rebellen steeds vaker aanslagen. De inwoners van Beslan vrezen dat het geweld overslaat naar het pro-Russische Noord-Ossetië. Uit angst voor een herhaling houdt de FSB, de Russische geheime dienst, alles en iedereen in het stadje goed in de gaten. Bewakers lopen dag en nacht in en rond School Nummer 1, de nieuwe school en de begraafplaats.
Larissa Sokaeva (48) kan ook niet zonder Beslan. Al is ze gek op Moskou. „Overal zie je daar mensen. Er is daar altijd wel wat te doen”, zegt ze opgewekt. Maar hier, in het vertrouwde Beslan, kan haar zoon, Georgi, het beste opgroeien. Op de binnenplaats van haar woning, achter School Nummer 1, rijdt hij in onderbroek en hemdje met twee speelgoedauto’s. Trots steekt Georgi vier vingers op als hem wordt gevraagd hoe oud hij is.
Sokaeva verloor haar 11-jarige dochter Albina –destijds haar enige kind– bij de gijzeling. Ze zaten naast elkaar in de gymzaal, vertelt Sokaeva zonder zichtbare moeite. Daar raakte haar dochter buiten bewustzijn. Bij de laatste explosie wist Sokaeva met haar dochtertje de gymzaal te verlaten. Waaraan Albina is overleden, weet haar moeder niet. Ze wil het niet weten. Elke dag denkt ze aan haar dochter. Sokaeva pakt een schoolfoto van haar. Een meisje met lange, bruine haren en een bol, rond gezicht.
Zandbak
Sokaeva –gebruind door de zon, met een kort, donker kapsel– zit onder de kleine brandwonden. Op haar bovenarmen, in haar nek en op haar voeten. De maand augustus is zwaar voor haar. „Dan raak ik altijd in een depressie en leef ik als in een tunnel. Als 1 september voorbij is, gaat het beter.”
Ook zij zit vol met vragen over wat er is gebeurd is. „Waarom heeft de regering niets gedaan om de kinderen te redden? Poetin (de voormalige president en huidig premier van Rusland, FA) zei: „Dit is het werk van terroristen. Zij zijn verantwoordelijk.” Daarmee sloot hij het boek voordat een goed onderzoek had plaatsgevonden.”
Veel moeders in Beslan rouwen nog dagelijks om hun verloren kind. Maar Sokaeva, gekleed in een kleurige blouse, wilde haar leven weer oppakken. Meteen na de gijzeling was het daarom duidelijk: zij en haar man wilden zo snel mogelijk een kind. „Wij zeiden tegen elkaar: „Een kind hoort bij het leven.” Zonder kinderen is je leven niet compleet. Ik hoef geen carrière. Ik hoef niet te werken.” Een jaar na de gijzeling werd Georgi geboren.
Ze loopt de straat op om te kijken waar haar zoon uithangt. Hij speelt met andere kinderen in een zandbak. „Kijk, allemaal geboren na de gijzeling”, zegt Sokaeva trots met een grote lach op haar gezicht. „Beslan wil vooruit. Ik ook. Ik wil aan de toekomst van Georgi denken. Voor hem wil ik er elke dag mooi uitzien.”
School Nummer 1 verdeelt Beslan
School Nummer 1 vormt al jaren het middelpunt van heftige discussies. Voormalige gijzelaars en hun familieleden zijn verdeeld over de vraag wat er met het gebouw moet gebeuren. Sommigen vinden dat het moet worden verwijderd en dat er op het terrein een kapel moet komen te staan. Anderen willen de volledige school als monument behouden.
Zoals het er nu naar uitziet, wint die laatste groep. Een Duits bedrijf gaat zich over de school ontfermen. De bedoeling is dat het gehele gebouw, inclusief gymzaal en klaslokalen, intact blijft. Om instorting van het vervallen gebouw te voorkomen, zal het Duitse bedrijf een constructie bedenken.
Larissa Sokaeva, moeder van de 11-jarige Albina die bij de gijzeling om het leven kwam, kan leven met deze oplossing. „Ik ga niet naar die school kijken. Maar anderen hebben daar behoefte aan. Dat moet je respecteren.”
Susanna Doedijeva van het comité Moeders van Beslan is ook tevreden. Het plan voldoet aan haar wensen. „In Beslan moet een monument staan, dat direct terugdenkt aan de gijzeling. Zoals Hiroshima dat ook heeft, nadat het was gebombardeerd met een atoombom. De wereld mag Beslan niet vergeten.”