Buitenland

Somalië gebaat bij meer afstand van het Westen

Sinds 1991 heeft de internationale gemeenschap niet minder dan vijftien pogingen gedaan om de rust en orde in Somalië te herstellen. Zonder resultaat. Ook de zestiende poging lijkt tot mislukken gedoemd.

Mark Wallet
28 August 2009 10:59Gewijzigd op 14 November 2020 08:32
Somalische vluchtelingen in vluchtelingenkamp Dadaab in het noordoosten van Kenia. meer dan 1,4 miljoen Somaliërs zijn op de vlucht geslagen door het aanhoudende geweld. Foto EPA
Somalische vluchtelingen in vluchtelingenkamp Dadaab in het noordoosten van Kenia. meer dan 1,4 miljoen Somaliërs zijn op de vlucht geslagen door het aanhoudende geweld. Foto EPA

De harde feiten uit Somalië stemmen niet vrolijk. Deze week meldde de VN-voedselorganisatie FAO dat zeker de helft van de Somalische bevolking afhankelijk is van voedselhulp. Meer dan 1,4 miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen en sinds 2007 zijn minstens 18.000 Somaliërs door geweld omgekomen. De gevechten tussen al-Shabaabmilities en het regeringsleger lijken heftiger dan ooit.Oplossingen zijn moeilijk te bedenken. De internationale gemeenschap probeert wanhopig grip te krijgen op de chaos in het Oost-Afrikaanse land, niet in de laatste plaats omdat de kustwateren al maandenlang het toneel van piraterij zijn. Op een grote donorconferentie, april dit jaar in Brussel, stelden donoren 150 miljoen euro beschikbaar om de veiligheidssituatie in het land te verbeteren. „Na vijftien vruchteloze pogingen heeft Somalië nu eindelijk een geloofwaardige, traditionele overheid. Dat is waarom we nu actie ondernemen”, verklaarde Europees commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking Louis Michel.

De contacten die vanuit het Westen met Somalië onderhouden worden, gaan allemaal via de regering van president Sheik Sharif. Andere groepen worden alleen gesteund voor zover dat behulpzaam wordt geacht in de strijd tegen al-Shabaab. Het grote probleem is echter dat de „geloofwaardige, traditionele overheid” in Somalië feitelijk niets te vertellen heeft. De regering controleert slechts een klein deel van het land.

Het is dus maar zeer de vraag of deze zestiende poging van het Westen wel zoden aan de dijk zal zetten. Somalië-deskundige Jort Hemmer van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael heeft er een hard hoofd in. „Er valt inmiddels vrijwel niets meer te winnen in de contacten met de overgangsregering”, zegt hij onomwonden in een Clingendaelkantoor in Den Haag. Hij acht de overlevingskansen van de regering zeer klein.

Daarom ziet hij evenmin veel in het steunen van de officiële veiligheidsinstanties, zoals de donoren willen. „ Die jongens stappen bij een wisseling van de macht met hetzelfde gemak weer over naar een militie”, zegt hij. „Het enige wat je dan als internationale gemeenschap doet is een goede opleiding verzorgen.”

Hemmer geeft ruiterlijk toe dat hij ook geen blauwdruk heeft om de problemen in Somalië op te lossen. „De antwoorden heb ik ook niet. Maar we kunnen zo langzamerhand wel zeggen wat er niet werkt.”

Een van de lessen uit het verleden is dat een zware inbreng van buitenaf alleen maar averechts werkt. Hemmer: „De weerstand tegen buitenlandse inmenging in Somalië is uitermate groot. Het enige gevolg van steun van de Verenigde Staten en de Europese Unie voor de overgangsregering is dat radicale groeperingen groeien. En al zet je er 20.000 vredestroepen neer, het land is niet gered.”

De Somalische journalist Faizal Mohamud beaamt dat. Mohamud, die momenteel in Londen woont en werkt, merkt op dat de huidige inspanningen van de internationale gemeenschap nauwelijks verschillen van eerdere pogingen. „Onze ervaringen van vorige pogingen leren ons niet erg optimistisch te zijn”, stelt hij.

Volgens Mohamud zijn de internationale en regionale acties in Somalië bovendien een deel van het probleem. „We zullen eerst de internationale actoren met elkaar moeten zien te verzoenen, voordat we aan de Somaliërs toekomen”, benadrukt hij. Voor buitenstaanders zijn de „zeer verwarrende” motieven achter de interne Somalische conflicten bovendien nauwelijks te doorgronden, zegt hij.

Het devies is dus de bal zo veel mogelijk bij de Somaliërs zelf te leggen. Hemmer wijst op Somaliland, een regio die in 1991 zijn onafhankelijkheid van Somalië uitriep. Somaliland functioneert bijzonder goed en is zonder enige inmenging van buitenaf opgebouwd.

In het noorden van Somalië ligt bovendien Puntland, dat zich in 1998 een autonome regio binnen Somalië verklaarde. Hoewel Puntland meer spanningen kent dan Somaliland, is het ook daar relatief rustig. „Kijk ook nadrukkelijk naar de delen van Somalië die wel redelijk functioneren”, geeft Hemmer aan. Het argument dat er geen instantie buiten de regering in Somalië is om mee te praten, gaat er bij hem niet in.

Iedereen lijkt het erovereens dat de oplossing gezocht moet worden in de verdere opbouw van een goede federale structuur. Hoewel de situatie in Puntland in een recent rapport van de International Crisis Group (ICG) tamelijk somber werd neergezet, kan de regio een voorbeeld zijn voor de rest van het land. „Puntland is niet alleen optimistisch over het federalisme, we benadrukken dat dit het enige politieke systeem is dat onze eenheid kan redden”, zegt voorzitter Abdulkadir A. Hashi van Puntland Diaspora, een wereldwijde vereniging van Puntlanders in het buitenland.

De beweging oefende overigens stevige kritiek uit op het ICG-rapport, dat de plank op diverse punten volledig zou misslaan. Ook andere Puntlandse groeperingen lieten zich in die geest uit. Het lijkt te onderstrepen dat een oplossing voor Somalië in essentie van binnenuit moet komen. Volgens Hemmer betekent het echter niet dat het Westen met de armen over elkaar moet gaan zitten. „Humanitaire hulp is hard nodig en is zeer gebaad bij veiligheid. Maar structurele oplossingen kunnen alleen ontstaan wanneer de internationale gemeenschap gepaste afstand bewaart.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer