De onderzoekers verwachten dat de techniek binnen een paar jaar ook bij mensen zal worden toegepast. Daarmee zou kunnen worden voorkomen dat een aantal erfelijke ziekten wordt overgedragen aan de volgende generatie, zo schreven ze donderdag in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.De celkern bevat verreweg het meeste erfelijk materiaal. Een klein deel zit echter in de mitochondria, de energiefabriekjes van de cel. Die liggen buiten de kern, in het zogeheten cytoplasma (celvloeistof). De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat afwijkingen in het DNA van de mitochondria samenhangen met ziektes, zoals diabetes, kanker, onvruchtbaarheid en neurologische aandoeningen als alzheimer, parkinson en huntington.

Om gezonde nakomelingen te krijgen, haalden de onderzoekers de kern uit de eicel van een moeder met slechte mitochondria. Die plaatsten ze vervolgens over naar een donoreicel met gezonde mitochondria, waar ze eerder de celkern uit verwijderd hadden.

De nakomelingen hebben daardoor het erfelijk materiaal van de moeder, maar mitochondriën met het (gezonde) DNA van de donormoeder.

De wetenschappers bevruchtten de eicellen met donorsperma en implanteerden de embryo’s bij een draagmoeder. Inmiddels zijn met deze techniek vier gezonde makaakapen geboren.

De wetenschappers verwachten dat deze techniek over een paar jaar geschikt is voor mensen. „Hiermee zouden echtparen een kind kunnen krijgen dat biologisch gezien van hun is, maar dat niet de erfelijke ziekten met zich meedraagt, veroorzaakt door problemen in de mitochondria van de moeder”, aldus dr. Duane Alexander, hoofd van het Amerikaanse National Institute of Child Health dat de studie financierde.