Relatie Hongarije en Slowakije verder onder druk
BOEDAPEST (ANP) – De relatie tussen buurlanden Hongarije en Slowakije is woensdag verder verslechterd na een aanslag met een brandbom op de Slowaakse ambassade in Boedapest. De aanslag, waardoor niemand gewond raakte, komt op het moment dat beide landen ruziën over de behandeling van de etnisch Hongaarse minderheid in Slowakije.
Boedapest is vooral boos dat Bratislava op 1 september een omstreden taalwet wil invoeren. Die voorziet in boetes van mogelijk 5000 euro voor het spreken van een minderheidstaal in openbare instellingen in verscheidene gemeenten. Het gaat vooral om regio’s waar minder dan 20 procent van de bevolking tot een minderheid behoort. Ongeveer 500.000 mensen in het vijf miljoen inwoners tellende Slowakije spreken Hongaars.De ruzie heeft er ook toe geleid dat president Làszló Sólyom van Hongarije vrijdag Slowakije niet in mocht. Sólyom wilde in de Slowaakse grensplaats Komàrno, waar veel etnische Hongaren wonen, een standbeeld onthullen voor de eerste Hongaarse koning: Stefanus I de Heilige.
De Slowaakse premier Robert Fico noemde het voorgenomen bezoek van het Hongaarse staatshoofd „een provocatie”. Het verleden ligt gevoelig in het huidige Slowakije, dat eeuwenlang door Hongarije werd bestuurd. Pas in 1993, na de splitsing van Tsjecho–Slowakije, werd Slowakije onafhankelijk.
De Hongaarse president heeft de aanslag op de Slowaakse ambassade scherp veroordeeld. „Deze misdaad is niet te accepteren onder welke omstandigheden dan ook”, aldus Sólyom in een aan het ANP toegestuurde verklaring.