De medewerkers zeggen „geschokt te zijn” door het besluit van de universiteit, dat zij in strijd achten met de academische vrijheid. „In plaats van hem te ontslaan, zouden we met hem in discussie moeten gaan. Zo hoort dat in een intellectuele gemeenschap als een universiteit”, schrijven onder anderen de hoogleraren B. Altena (sociale geschiedenis) en A. Klamer (economie).Ramadan kreeg vorige week dinsdag te horen dat hij niet langer mag werken als integratieadviseur bij de gemeente Rotterdam en ook niet bij de Erasmus Universiteit, waar hij een gasthoogleraarschap burgerschap en identiteit vervulde.

De 46-jarige islamoloog kwam vorige week opnieuw in opspraak, toen bekend werd dat hij een wekelijks tv-programma over de islam maakt voor een nieuwszender die door de Iraanse regering wordt gefinancierd.

Zowel de gemeente Rotterdam als de Erasmus Universiteit vindt dit niet acceptabel.

Ramadan reageerde woedend op zijn ontslag. Vrijdag schreven dertien wetenschappers een open brief in de Volkskrant waarin zij het ontslag van Ramadan door de gemeente als „een schimmig politiek steekspelletje” betitelden.

Ramadan heeft gebrek aan inlevingsvermogen, stelt wethouder R. Grashoff in diezelfde krant.

„Hij kan zich niet verplaatsen in de problemen die anderen met zijn rol kunnen hebben. Dat komt telkens terug in zijn stijl, het is een handicap.” Ramadan heeft Rotterdam ook veel opgeleverd, vindt de wethouder. „Hij kan mensen op allerlei niveaus inspireren.”