Een „afschuwelijk document” in Enschede
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Twente. Zo typeert Enschedeër Joop Slager de 14e en 15e september 1941. In totaal 105 Joodse mannen, het merendeel afkomstig uit Enschede, werden gearresteerd en per trein afgevoerd naar het beruchte kamp Mauthausen. Vier maanden later leefde niemand van hen meer.
Eind deze maand gaat, op initiatief van Slager, in de synagoge van Enschede een tentoonstelling van start waarop onder andere deze „zwarte bladzijde” wordt belicht. „Want”, zegt de 77-jarige, zelf overlevende van de Holocaust („Ik heb mijn leven te danken aan het christelijke, gereformeerde volksdeel”), „mij is heel duidelijk geworden dat de jeugd hier weinig van weet. Mensen als ik zullen het moeten vertellen.”Het is een van de redenen waarom hij recent de stichting Joods Regionaal Documentatie- en Expositiecentrum heeft opgericht. De tweede: „Ik word ouder. Al het materiaal dat ik heb verzameld over de oorlog, over antisemitisme, is nu ondergebracht in de stichting.”
De tentoonstelling vormt de eerste ‘actie’ van de nieuwe stichting. Het andere deel van de dubbelexpositie heet ”Post uit de vergetelheid”. Hiervoor is met name Bennie Vlaskamp uit Rijssen verantwoordelijk, samen met de stichting Sobibor. Slager: „En noteer ook de website corwincollection.com maar.”
De expositie rond Mauthausen draait eigenlijk om één „afschuwelijk document”, zegt Slager. Hij pakt een boekje, meer een schrift, van de stapel documentatie die hij bij zich heeft. ”Overleden in Gevangenschap” staat erop geschreven. „We hadden in Enschede een Joodse Raad, een afdeling van de Joodse Raad voor Amsterdam. Voorzitter was Sig Menko, een industrieel. Na de razzia kreeg hij van de Ordnungspolizei de opdracht om in dat schrift bij te houden hoe het met de Joden in Mauthausen afliep. En hoe ging dat? De Polizei had Menko’s woning in beslag genomen. En als er dan weer iemand in Mauthausen was overleden, dan lieten ze hem naar zijn woning komen, en dan moest hij in dat schrift de gegevens van de overledene noteren. Hier, de eerste naam, een jongen van 35. „Doodsoorzaak: een hersenbloeding.” Gelooft u het? Zo lees je vaak een doodsoorzaak die zeer ongebruikelijk is voor mannen tussen de 18 en de 55 jaar. Mauthausen was verschrikkelijk.”
Slager bladert verder. „Nummer 75: De Jonge. Zo gaat het door, tot nummer 105. De eerste overleed op 25 september 1941, tien dagen na de razzia; de laatste op 5 januari 1942.”
Mauthausen kende ook een ‘Klaagmuur’, waar gevangenen soms dagenlang naakt, of nauwelijks gekleed, tegenaan moesten staan. Een nagemaakte muur is straks op de tentoonstelling te zien. „In die muur zijn 119 gleuven aangebracht. Als je dan aan een touwtje trekt, krijg je een stukje van iemands levensloop, of een foto, te zien. Maar het probleem is: er is zó weinig bekend. Voor veel Joodse mensen ligt dit erg gevoelig. Ze hebben dozen vol pijnlijke herinneringen, foto’s, brieven; maar vaak hebben ze zich daarvoor afgesloten. Wat ik hoop, is dat mensen die deze tentoonstelling bezoeken, of erover lezen, ons aan nieuw archiefmateriaal kunnen helpen. Want er moet nog zó veel zijn.”
Er is nóg een „klein probleempje”, zegt Slager. „We zoeken nog vrijwilligers…”
De opening van de dubbeltentoonstelling heeft plaats op 30 augustus in de synagoge aan de Prinsestraat in Enschede. Meer informatie: 053-4324507 en www.synagoge-enschede.nl.