Armenië zoekt uitweg uit afhankelijkheidspositie
Ruslands trouwste bondgenoot op de Kaukasus, Armenië, heeft het afgelopen jaar zowel de banden met buurland Iran verder aangehaald als toenadering gezocht tot aartsvijand Turkije.
Bovendien kreeg de Georgische president Michaïl Saakasjvili tijdens een recent staatsbezoek de hoogste Armeense staatsonderscheiding toegekend in een poging ook de betrekkingen met buurland Georgië te verbeteren.Belangrijke katalysator in al deze ontwikkelingen is de oorlog tussen Rusland en Georgië, een jaar geleden. Deze toonde op pijnlijke wijze aan dat Armenië zich geografisch gezien in een geïsoleerde positie bevindt. Behalve op de hermetisch afgesloten grenzen met Turkije en Azerbeidzjan viel het transportverkeer toen ook op de grens met Georgië nagenoeg stil.
De Russen hadden immers alle belangrijkste Georgische transportverbindingen geblokkeerd, inclusief de Zwarte Zeehavens. Het sterk van voedselimporten afhankelijke Armenië was in die dagen voor zijn broodnodige transitverkeer geheel aangewezen op de slechts 35 kilometere lange grens met Iran in het uiterste zuiden van het land.
Een autorit van een paar honderd kilometer over de enige transportroute van de Armeense hoofdstad Jerevan naar de Iraanse grens is voldoende om te begrijpen hoe hermetisch het land is afgesloten van zijn naaste buurlanden. Al snel buiten Jerevan loopt de snelweg vlak langs de grens met Turkije, herkenbaar aan veel prikkeldraad en wachttorens. Als je goed kijkt zie je erachter de nodige minaretten staan, terwijl daarbovenuit de 5165 meter hoge en besneeuwde berg Ararat torent. Hoewel deze berg voor Armeniërs heilig is, ligt deze dus op Turks grondgebied en is vanwege de afgesloten grens onbereikbaar.
Vanwege de oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan om de enclave Nagorno-Karabach sloot Turkije in 1993 deze grens af, uit solidariteit met de aan Turkije gelieerde bevolking van Azerbeidzjan. Een ander heet hangijzer tussen Armenië en Turkije vormt de Turkse genocide van Armeniërs in 1915. Volgens Armenië zou de toenmalige Turkse regering bewust opdracht hebben gegeven om de Armeense bevolking uit te moorden en zouden er in totaal rond de 1,5 miljoen dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Turkije weigert schuld te bekennen, voor Armenië een belangrijk obstakel in de onderhandelingen tot normalisering van de betrekkingen.
Toch hebben beide landen in april dit jaar onverwachts een gemeenschappelijke verklaring afgelegd dat ze weer actief besprekingen voeren. En sindsdien verschijnen er in de Armeense media regelmatig berichten over de mogelijke opening van de Armeens-Turkse grens. Veel Armeniërs verwelkomen dit. „Dan kunnen we eindelijk zonder problemen onze historische grond bezoeken”, zo meent de straathandelaar Ashot. „En natuurlijk is het goed voor onze handel.”
Toch is er ook veel weerstand, vooral onder nationalistische groeperingen. Zij menen dat Turkije eerst schuld moet bekennen inzake de genocide. Bovendien menen zij dat Armenië nog de nodige historische rechten heeft op Turks grondgebied. Zij beschouwen de huidige onderhandelingen –die dergelijke claims niet als absolute voorwaarden stellen– als landverraad en ageren daarom op grote schaal tegen deze toenaderingspoging.
Ook jurist Karen moet niets van de onderhandelingen weten. Terwijl hij een historische kaart van Armenië pakt met daarop grote delen van Oost-Turkije en Noord-Iran, zegt hij opgewonden: „Nog voordat ik sterf, zal dit allemaal weer Armeens zijn!” Daarbij wijst hij nadrukkelijk op het gebied ten westen van Armenië rond het Vanmeer, dat in het huidige Oost-Turkije ligt. Wanneer ik vraag hoe hij denkt dat dit moet gebeuren, zegt hij vastberaden: „Eén grote oorlog, waarbij het sterke Armeense leger als grote overwinnaar uit de strijd zal komen!” Volgens hem gaat het daarbij niet alleen om Turks en Iraans gebied, maar ook om dat van Azerbeidzjan, met name de enclave Nachitsjevan.
Ongeveer halverwege de autorit richting Iraanse grens raakt de weg bijna de grens van deze enclave, die ooit nog grotendeels door Armeniërs werd bewoond. Het steeds ruiger en droger wordende landschap in dit zuidelijke deel van Armenië is inmiddels vrijwel geheel leeg.
Geheel anders is het op de transportroute van de hoofdstad Jerevan naar de Iraanse grens. Daar tref je volop vracht- en tankwagens met Iraanse kentekens aan. De wijnverkopers in het aan deze doorgangsweg gelegen wijndorp Areni tonen zich uiterst tevreden met het snel toenemende transitverkeer richting Iran. „We hebben de laatste tijd niet te klagen over onze verkoop”, zegt verkoopster Marina met een glimlach. „Vooral de Iraanse vrachtchauffeurs slaan op de terugweg graag grote hoeveelheden van onze wijn in. Alleen willen ze deze niet in gewone flessen meenemen, maar in grote plastic Coca-Colaflessen zoals u ziet. Om geen problemen te krijgen met hun douane. Vanwege hun geloof, begrijpt u?”