„Verraad verraste familie Frank volledig”
De inval van de Sicherheitsdienst in het Achterhuis aan de Prinsengracht in Amsterdam verraste de acht onderduikers op 4 augustus 1944 volledig. Ze leefden meer dan twee jaar op deze plek, in voortdurende angst voor ontdekking.
Dinsdag is het 65 jaar geleden dat de familie Frank, bestaande uit Anne, haar ouders Otto en Edith en zus Margot, de familie Van Pels, bestaande uit pa en ma Van Pels met hun zoon Peter, en de Joodse tandarts Fritz Pfeffer tijdens de Tweede Wereldoorlog werden verraden.„Het was ongeveer halfelf. Ik was boven bij de Van Pelsen op Peters kamer en hielp hem met het schoolwerk”, vertelde Otto Frank, de vader van Anne, na de Tweede Wereldoorlog, zo staat te lezen op de website van het Anne Frank Huis.
„Plotseling kwam iemand de trap oprennen en toen ging de deur open en een man stond vlak voor ons met een pistool in zijn hand. Beneden waren ze allemaal verzameld. Mijn vrouw, de kinderen en de Van Pelsen stonden allemaal met hun handen opgeheven.”
Ook Fritz Pfeffer wordt dan de kamer binnen gebracht.
Jaren later kon en wilde Otto Frank niet praten over wat hij voelde toen hij en zijn gezin samen met de andere onderduikers de schuilplaats moesten verlaten.
Het was een warme en zonnige dag toen op het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst in Amsterdam een telefonische tip binnenkwam dat er mensen in het Achterhuis verstopt zaten. Miep Gies, de vrouw die de families hielp met onderduiken en op kantoor werkte in het pand aan de Prinsengracht, vertelde later: „Er kwam een kleine man binnen met een revolver in de hand, op mij gericht, en die zei tegen mij: zitten blijven en niet verroeren.”
Met getrokken pistolen gingen vier politieagenten via de draaikast het Achterhuis binnen. De onderduikers moesten hun waardevolle spullen inleveren.
De dagboekfragmenten van Anne Frank belandden op de grond. Daardoor heeft Gies de papieren later gevonden en bewaard.
De onderduikers kwamen samen met de twee mannelijke helpers, Victor Kugler en Johannes Kleiman, terecht in een Duitse gevangenis aan de Euterpestraat. Ze werden een voor een verhoord. De agenten wilden weten of ze nog andere onderduikadressen kenden.
Uiteindelijk werden Kugler en Kleiman naar de strafgevangenis aan de Amstelveenseweg gebracht. De twee families en de tandarts belandden in het huis van bewaring aan de Weteringschans, vanwaar ze vier dagen later per trein naar Kamp Westerbork moesten afreizen, waar ze in strafbarakken belandden.
Een kleine maand later, in september, moesten ze samen met meer dan duizend andere joodse gevangenen in een stampvolle goederentrein naar concentratiekamp Auschwitz-Birkenau.
Op 28 oktober gingen Anne en Margot naar Bergen-Belsen. Edith bleef achter en stierf op 6 januari 1945. In Bergen-Belsen stierven de zusjes, Margot eind februari of midden maart 1945, Anne, enkele dagen later, waarschijnlijk aan de gevolgen van vlektyfus.
Alleen Otto Frank overleefde van alle onderduikers in het Achterhuis de Tweede Wereldoorlog.
Anne Frank verwierf postuum internationale bekendheid vanwege haar dagboek. Dit schreef ze in de vorm van brieven aan een fictieve vriendin, Kitty.
Gies gaf het dagboek na de oorlog aan Otto Frank. Deze redigeerde de tekst en publiceerde het boek in 1947 onder de titel ”Het Achterhuis”. Sindsdien is een van de meest gelezen boeken ter wereld.
De vermaardheid van Anne Frank leidde ertoe dat tientallen scholen naar haar werden vernoemd. Zij en haar dagboek vormen ook een dankbaar onderwerp voor spreekbeurten en werkstukken.
Dit komt mede door het feit dat jongeren zich kunnen identificeren met de puber Anne. Ook stellen de scholieren zo de thema’s racisme en discriminatie aan de orde stellen. Die onderwerpen zijn sinds 4 augustus 1944 onlosmakelijk verbonden met de naam Anne Frank.