De beambten moeten een week naar de school van de communistische partij. Daar leren ze volgens professor Zhu Lijia „noodgevallen beter af te handelen en slecht management te voorkomen.”Peking vreest sociale onrust, omdat een volksopstand het regime zou kunnen doen instorten. Vooral als natuurrampen, ongelukken en etnische rellen slecht afgehandeld worden door de overheid, laait de woede onder de Chinezen op. Staatspersbureau Xinhua schreef eerder deze week in een commentaar dat het de schuld was van incompetente beambten dat dit soort situaties in het verleden uit de hand

liep.

Dat gebeurde onder meer na de zware aardbeving in Sichuan vorig jaar mei waarbij meer dan 80.000 mensen het leven verloren. Toen kwamen veel kinderen om doordat scholen in waren gestort. Naderhand bleek dat lokale functionarissen bezuinigd hadden op de veiligheid tijdens de bouw van de scholen en de winst in hun zak hadden gestoken. Dat leidde tot veel woede onder ouders van omgekomen kinderen.

Ook in de provincies Tibet en Xinjiang kunnen de getrainde beambten worden ingezet. In deze gebieden heerst vaak etnische onrust. Han-Chinezen raken in de clinch met Tibetanen en Oeigoeren, die zich onderdrukt voelen.

Politie in de onrustige Chinese stad Urumqi heeft een lijst naar buiten gebracht met namen en foto’s van vijftien gezochte Oeigoeren. De politie zei degenen die zichzelf aangeven een mildere behandeling te geven, berichtte het staatspersbureau Xinhua donderdag. Degenen die dat niet doen, worden „zwaar gestraft.”