Buitenland

Oekraïne tovert landmijnen om in speelgoed

Landmijnen worden er sinds kort niet meer gemaakt, en al in 1991 stopte de chemische fabriek in het Oekraïense Donetsk met de productie van speelgoed.

Door Tim Vickery (AP)
28 January 2003 09:57Gewijzigd op 14 November 2020 00:05

Inmiddels heeft de fabriek zich toegelegd op het ontmantelen van mijnen, en ook rolt er weer speelgoed van de band. Kinderen in Oekraïense weeshuizen spelen daardoor met plastic vogels die een leven als landmijn achter de rug hebben.

De speelgoedproductie is hervat dankzij de NAVO, die 800.000 euro heeft uitgetrokken voor de demilitarisering van Oekraïne, dat met 6,4 miljoen landmijnen beschikt over het op drie na grootste arsenaal ter wereld. De wapenfabrieken moeten omschakelen naar de productie van vreedzamer producten: emmers, schepjes, plastic vogels en ander eenvoudig speelgoed.

„Ik stelde mezelf altijd de vraag: wat vertel ik mijn kinderen over mijn werk?” zegt Lena Kazakova, die veertien jaar geleden in de fabriek in Donetsk aan het werk ging. Haar tweeling werd in hetzelfde jaar geboren. „Ik verzon altijd maar iets. Maar nu kan ik mijn meiden iets positiefs vertellen: wij redden hier mensenlevens. Daar word ik heel blij van.”

Kazakova is een van de negen vrouwen die gespecialiseerd zijn in het openen van landmijnen en het verwijderen van de explosieven. Iedere dag gaat er een lading landmijnen van de opslagplaats naar een werkruimte, waar zij eerst nauwkeurig worden gecontroleerd door een van de vrouwen. Zij haalt ook het ontstekingsmechanisme eruit.

Dan gaan de mijnen door naar een tafel waar een paar vrouwen in witte laboratoriumjassen ze openwrikken en enkele onderdelen verwijderen. In een pneumatisch apparaat worden de explosieven uit de mijnen geperst. De explosieven en het resterende plastic worden schoongemaakt om gerecycled te worden.

De ontmanteling kost tien minuten per mijn. In de opslagruimte liggen er nog zo’n 400.000. Voorlopig zijn de vrouwen dus nog niet klaar, maar daardoor laten zij zich niet ontmoedigen. „Ik heb nooit kunnen dromen dat ik dit werk zou doen”, zegt Natalia Voloelina, al 23 jaar werkzaam in de fabriek. „Het is de meest bevredigende baan die ik ooit heb gehad.”

Het plastic gaat naar de afdeling van de fabriek waar vroeger al speelgoed werd gemaakt. De productie werd stilgelegd toen Oekraïne na het uiteenvallen van de Sovjetunie in 1991 onafhankelijk werd. De staatssteun viel weg, waarna bleek dat de fabriek niet was opgewassen tegen goedkope plastic producten uit China. Toen de NAVO met het geld kwam voor de ontmanteling van de mijnen, hoefde de directie niet lang na te denken over een bestemming voor het plastic.

Een deel van het speelgoed wordt verkocht, een ander deel gaat naar weeshuizen en kleuterscholen in de omgeving, die sinds 1991 nauwelijks nog geld van de overheid krijgen. „Die kinderen hebben hulp nodig”, vat de directeur van de fabriek, Nikolaj Potaptsjoek, de toestand samen.

Potaptsjoeks fabriek is actief in een groeimarkt: landmijnen zijn er in overvloed op de wereld. En wie weet, droomt hoofdingenieur Grigorij Volodsjenko voor zich uit, „misschien helpen we straks Amerika wel bij het vernietigen van landmijnen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer