In die Bosnische plaats werden volgens de VN–aanklagers in 1992 meer dan honderd moslims in huizen opgesloten en levend verbrand. Milan Lukic, leider van de Bosnisch–Servische militie Witte Adelaars, en Sredoje Lukic (48) hadden volgens de aanklacht een belangrijke rol bij het incident.VN–aanklager Dermot Groome noemde de gebeurtenissen van Visegrad een ’holocaust’. Opgesloten moslims die probeerden aan de vuurzee te ontsnappen, werden beschoten met automatische wapens. Onder de slachtoffers waren kinderen, zelfs baby’s.

De VN–aanklagers hebben levenslang geëist voor beide verdachten. Zelfs als zij hun hele leven niet meer op vrije voeten komen, komt de straf gelet op de levensverwachting van de verdachten neer op slechts zes maanden cel per moord, zo redeneerden zij. Zij noemden de gebeurtenissen van Visegrad een „toppunt van gruwelijkheid zonder precedent". Naast de twee massale verbrandingen van moslims zijn de Lukic–neven nog diverse andere bloedige misdaden ten laste gelegd.

Er is volgens de aanklagers geen plaats in Bosnië, op Srebrenica na, die tijdens de oorlog zo grondig „etnisch is gezuiverd" van zijn moslimbevolking. Visegrad ligt in Oost–Bosnië ten zuiden van Srebrenica. Na de val van de moslimenclave Srebrenica in 1995 pleegden de Bosnische Serven daar genocide. Duizenden moslims werden vermoord.

De verdachten zeggen onschuldig te zijn. De verdediging heeft dan ook om vrijspraak gevraagd. Van een vriend van de familie Lukic, Mitar Vasiljevic, werd betrokkenheid bij de oorlogsmisdaden in Visegrad al bewezen geacht. Hij werd in 2004 in hoger beroep veroordeeld tot vijftien jaar.