President Colombia opent jacht op guerrillaleiders
President Alvaro Uribe van het door politiek geweld verscheurde Colombia heeft het afgelopen weekeinde de jacht geopend op guerrillaleiders.
Het staatshoofd kondigde zaterdag in een toespraak voor de televisie aan een speciale militaire eenheid te zullen vormen die tot taak krijgt om de aanvoerders van de drie rebellenlegers die in het land actief zijn op te sporen en in te rekenen. Minister Marta Lucía Ramírez van Defensie legde later uit dat wanneer arrestatie onverhoopt niet mogelijk blijkt, ook „de eliminatie” van de guerrillacommandanten is toegestaan.
Hoewel het regeringsleger de afgelopen vier à vijf maanden indrukwekkende militaire successen mocht boeken, is tot dusver nog geen van de guerrilla-aanvoerders in de kraag gevat. Minister Ramírez gaf onomwonden toe dat het in opdracht van president Uribe ontketende tegenoffensief in de ogen van de natie zal hebben gefaald als niet binnenkort twee of drie prominente guerrillaleiders achter de tralies belanden. De bewindsvrouw zei dat de beoogde arrestaties het politieke geweld in Colombia niet meteen zullen beëindigen, maar ze benadrukte dat de val van enkele guerrillaleiders mogelijk „enige verwarring” kan zaaien bij de vijand. Daar zou het regeringsleger vervolgens zijn voordeel mee kunnen doen.
Het opsporingscommando komt te bestaan uit ten minste honderd toprechercheurs en militaire commando’s, aangevuld met experts van de nationale inlichtingendienst. De eenheid zal worden aangevoerd door het landelijke politiekorps van Colombia en zal reeds begin volgende maand operationeel zijn.
Politiecommandant Héctor Darío Castro verzekerde vanuit Bogotá dat de eerste dertig leden van de groep al zijn aangesteld. Hij zei optimistisch te zijn over de slag- en daadkracht van het opsporingscommando. „Het ontbreekt nu nog vaak aan coördinatie tussen de verschillende departementen van de politie en van het leger. Men werkt vaak langs elkaar heen of wisselt om bureaucratische redenen geen informatie uit. Waardevolle gegevens verdwijnen in bureauladen, terwijl de guerrillastrijders haast vrij kunnen gaan en staan”, aldus generaal Castro.
Tien jaar geleden besloot de regering van Colombia ook al een opsporingscommando in het leven te roepen, om de voortvluchtige drugsbaron Pablo Escobar van het Medellín-kartel te traceren. Dat resulteerde in december 1993 uiteindelijk in de dood van de cocaïnesmokkelaar tijdens een vuurgevecht. De toenmalige eenheid bestond uit maar liefst 1670 militairen en politieagenten.
Oud-directeur Miguel Maza Márquez van Colombia’s recherche informatiedienst (DAS) vermoedt dat het vinden van de belangrijke criminelen ditmaal iets minder vlot zal verlopen. „De macht van Pablo Escobars misdaadbende was reeds tanende op het moment dat de autoriteiten serieus werk begonnen te maken van diens arrestatie. Bovendien beperkte Escobar zich tot de dorpen en steden van het land, waar hij schuilplaatsen zocht die voorzien waren van alle denkbare gemakken. De guerrillaleiders zijn ware woudlopers en slapen zowat in bomen. Zij laten zich niet zo makkelijk vangen, en ze beschikken bovendien over heuse legers die hen beschermen.”
Miguel Márquez zou het verstandig vinden wanneer de president zich iets minder zou bekommeren om zijn eigen populariteit -„of het gebrek daaraan”- en iets meer om het zware karwei dat het leger moet klaren.
Vorig jaar wist het regeringsleger tijdens gewapende confrontaties 1202 guerrillastrijders om het leven te brengen. Nog eens 1909 gaven zich over. Onder de slachtoffers en de krijgsgevangenen bevonden zich slechts 54 ’guerrilla-officieren’. Allen voerden slechts het bevel over kleine gevechtseenheden. De meeste rebellen die capituleerden, waren jonge en onervaren strijders. Veel van hen waren door de verzetsgroepen geronseld en vochten met tegenzin. Volgens minister Marta Ramírez zijn de meesten van hen inmiddels weer vrijgekomen. „Veel echte en geharde guerrilla’s hebben wij nog niet gezien”, aldus de bewindsvrouw.
Boven aan de lijst met meestgezochte guerrillaleiders staat Jorge Briceño, militair commandant van de Revolutionaire Strijdkrachten (FARC). Maar ook wil het opsporingscommando het vuur na aan de schenen leggen van Carlos Castaño, aanvoerder van de paramilitaire doodseskaders die zich opwerpen als de antiguerrilla van het land. De Verenigde Staten hebben enige tijd terug formeel om de uitlevering van Castaño gevraagd, in verband met diens betrokkenheid bij de ontvoering van verschillende Amerikaanse staatsburgers. Ook zou Castaño, evenals overigens de linkse guerrillabewegingen, de strijd financieren met inkomsten uit de smokkel van verdovende middelen.
Behalve een klopjacht op de guerrillaleiders te beginnen, wil president Alvaro Uribe ook het reguliere leger en de politie beter uitrusten en uitbreiden. De reeds eerder aangekondigde expansie van het militaire apparaat begint inmiddels vorm te krijgen. Ruim 8000 nieuwe dienders zijn sinds oktober vorig jaar in opleiding, terwijl de landmacht is begonnen met de training van bijna 30.000 rekruten.
De extra politiemannen moeten het mogelijk maken om ten minste tachtig eerder vanwege aanvallen van de guerrillastrijders ontruimde posten en bureaus opnieuw te bezetten. De afgelopen jaren slaagden de strijders er in om de politie en het leger te verjagen uit 193 plattelandsgemeenten. Het leger is verder bezig met de vorming van een lichtbewapende boerenmilitie, die afgelegen en dunbevolkte gebieden moet gaan patrouilleren.
Volgens president Uribe zijn de aanzienlijke extra defensie-uitgaven gerechtvaardigd omdat het land onder beleg ligt van „barbaarse geweldenaars.” Het staatshoofd zei naar aanleiding van de ervaringen van zijn voorganger geen vertrouwen te koesteren in de leiders van de gewapende groepen. „Zij hebben keer op keer de vredesdialoog letterlijk getorpedeerd met lafhartige aanslagen op meest weerloze mensen. Ik heb er daarom geen behoefte meer aan om met deze lieden aan tafel te schuiven en mij vervolgens door hen te laten bedriegen”, aldus president Uribe. Hij beloofde de bevolking „snelle resultaten” in de strijd tegen het guerrillakwaad.