Kerk & religie

De geestelijke erfenis van Calvijn

Met lezingen over de sacramenten en de verkiezing stond de laatste dag van de conferentie van het International Reformed Theo­logical Institute (IRTI) in het Franse Aix-en-Provence zaterdag in het teken van Calvijns geestelijke nalatenschap.

Van een medewerker
13 July 2009 09:29Gewijzigd op 28 February 2023 15:41
AIX-EN-PROVENCE – Met lezingen over de sacramenten en de verkiezing stond de laatste dag van de conferentie van het International Reformed Theo­logical Institute (IRTI) in het Franse Aix-en-Provence zaterdag in het teken van Calvijns geestelijke nalatensc
AIX-EN-PROVENCE – Met lezingen over de sacramenten en de verkiezing stond de laatste dag van de conferentie van het International Reformed Theo­logical Institute (IRTI) in het Franse Aix-en-Provence zaterdag in het teken van Calvijns geestelijke nalatensc

Eerder vorige week hield dr. G. van den Brink een lezing over Calvijn en de leer van de Drie-eenheid. Hij gaf weer hoe Calvijn in dezen worstelde met de belijdenissen van de Oude Kerk. Toen hem in 1537 werd gevraagd deze belijdenissen –met name die van Nicea en Athanasius– te ondertekenen, weigerde hij.Het probleem was voor Calvijn dat hij de mensen er niet toe wilde bewegen formuleringen te beamen inzake hun geloof die niet in de Bijbel gevonden werden. Daarom meed hij ook een trinitarische formulering in zijn catechismus van 1537. Nochtans stemde hij er op den duur mee in, aanvankelijk om pragmatische redenen, later toch meer uit innerlijke overtuiging, al wilde hij de belijdenissen meer geestelijk dan letterlijk verstaan.

Calvijn was er geen voorstander van „voortdurend te twisten louter over woorden.” In zijn Institutie beleed hij de relatie van Vader, Zoon en Geest: „We zijn ervan overtuigd dat we geen andere Leider en Gids naar de Vader hebben dan de Heilige Geest, evenals er geen andere weg tot Hem is dan Christus.” Het sola Scriptura maakte Calvijn niet tot een confessionalist, maar ook niet tot een biblicist, aldus dr. Van den Brink.

Verkiezing

Zo werd Calvijns verkiezingsleer tijdens het IRTI-congres voortdurend tegen het licht van de Schrift gehouden. H. Blocher (Faculté Libre in Aix) sprak expliciet over ”Calvijn en de verkiezende God”. Was Calvijn supralapsariër of infralapsariër? De afwegingen gingen heen en weer. Enerzijds komt bij Calvijn van tijd tot tijd de dubbele predestinatie voor, anderzijds gaat hij zo pastoraal met de leer van de verkiezing om dat die bij hem niet tot noodlotsgedachten leidt, maar eerder moedgevend en troostrijk voor de gelovigen is.

Blocher was overigens zelf van oordeel dat Calvijns momenten van ”dubbele predestinatie” niet uit de Schrift zijn af te leiden, hoewel volgens hem geldt dat de beslissingen in de eeuwigheid liggen en eeuwig zijn.

Sacramenten

De Amerikaan J. Todd Billings (Western Theological Seminary, Holland, Michigan) sprak over het thema ”Calvijn en de sacramenten”. Hij spitste zijn betoog toe op het avondmaal. In het zoeken van gemeenschap met de lutherse traditie kon Calvijn de herziene Augsburgse Confessie onderschrijven, waarin wordt gesteld dat „het lichaam en het bloed van Christus werkelijk worden getoond in het brood en de wijn.”

De uitdrukking ”tentoonstellen”, zoals die werd gebruikt door Melanchthon en Bucer, gebruikte Calvijn ook in verschillende van zijn geschriften. Calvijn was, zo was de conclusie, in staat in zijn formuleringen compromissen te sluiten en conciliair te zijn.

De ontvangst van Calvijns sacramentsleer in de geschiedenis is complex geweest, omdat de reformator niet de enige is geweest die de reformatorische sacramentstheologie tot ontwikkeling heeft gebracht.

Bij Calvijn waren Woord en sacrament complementair. De sacramenten bieden, evenals het Woord, Christus aan en doen groeien in de schatten van Zijn genade. Het gaat om de levende gemeenschap met Christus. De sacramenten dienen om te bevrijden van elke twijfel en onzekerheid.

Billings ging ook in op ontwikkelingen bij de Schotten en in de Nadere Reformatie in Nederland. In die traditie werd ”het geestelijk huwelijk” tussen Christus en de gelovigen, met Christus als de geestelijke Bruidegom, dominerend. Hoewel daarvan bij Calvijn wel iets aanwezig is, is hij daarin terughoudend.

In zijn behandeling van de visie van de middeleeuwse Bernard van Clairvaux vermijdt Calvijn het beeld van het huwelijk. Anders dan bij Calvijn werd dat beeld in de Schotse en de Nederlandse traditie soms nadrukkelijk verder uitgewerkt.

Plantje

Bij de sluiting van het congres ontving dr. J. Hesselink, oud-hoogleraar van het Western Theological Seminary, het erelidmaatschap van het IRTI. Hesselink was twintig jaar lang in zendingsdienst in Japan. Vanaf de oprichting van het IRTI in het begin van de jaren negentig was hij lid van de stuurgroep.

In een dankwoord sprak dr. Hesselink er zijn verwondering en dankbaarheid over uit dat uit het eenvoudige IRTI-plantje een wereldwijde geestelijke gemeenschap is gegroeid. Kenmerkend noemde hij de bemoedigende dagelijkse morgenwijdingen tijdens de congressen.

Meer over
Johannes Calvijn

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer