Ruzie tijdens top Afrikaanse Unie
SIRTE (ANP/AFP) – Bij de top van de Afrikaanse Unie (AU) die dezer dagen in het Libische Sirte wordt gehouden, is er veel onenigheid over tal van onderwerpen. De Libische leider Muammar Kaddafi, momenteel AU–voorzitter, is donderdag zelfs boos weggelopen van de top en een tijdje weggebleven.
Aanleiding was de door Kaddafi beoogde oprichting van de Verenigde Staten van Afrika, met een machtige centrale regering met bevoegdheden op terreinen als defensie, handel en buitenlandse betrekkingen. Veel landen willen wel geleidelijk meer integratie binnen de AU, maar vinden de plannen van Kadaffi veel te ver gaan.Ook is er ruzie om het Internationaal Strafhof in Den Haag. Sudan probeert de AU mee te krijgen in zijn verzet tegen het ICC–arrestatiebevel tegen zijn president Omar al–Bashir. ICC–rechters vaardigden dat in maart uit, op verdenking van oorlogsmisdaden in Darfur. Kadaffi steunt Sudan en heeft het ICC „het nieuwe wereldterrorisme" genoemd. Maar 30 van de 53 AU–leden zijn aangesloten bij het ICC en hebben zich verplicht het hof te steunen.
In een door Kadaffi gesteunde ontwerpresolutie die mogelijk donderdag of vrijdag in stemming wordt gebracht, staat dat de AU niet met het ICC samenwerkt. Het arrestatiebevel tegen Bashir zou een gevaar zijn voor het vredesproces in Sudan. De regering in Khartoum voert moeizame onderhandelingen met rebellen in de West–Sudanese regio Darfur, waar de afgelopen jaren volgens de VN al 300.000 doden zijn gevallen.
In de ontwerpresolutie wordt tevens een nieuwe oproep gedaan aan de VN–Veiligheidsraad om het ICC–arrestatiebevel tegen Bashir voor één jaar te bevriezen. Het ICC is geen VN–organisatie, maar het ICC–oprichtingsverdrag geeft de Veiligheidsraad een bijzondere rol. Als eindverantwoordelijke voor vrede en veiligheid in de wereld kan de raad ICC–onderzoeken één jaar opschorten.
Een Sudanese minister beschuldigde Europese landen er donderdag van tegen de resolutie te lobbyen. „Wij vragen de Europeanen zich hier niet in te mengen”. Tegenstanders van het ICC in Afrika proberen geregeld het ICC af te schilderen als een soort neokoloniale instelling omdat het tot nu toe alleen Afrikanen heeft vervolgd. Overigens heeft in drie van de vier situaties die het ICC onderzoekt het betrokken land daar zelf om gevraagd: Uganda, Congo–Kinshasa en de Centraal–Afrikaanse Republiek.