Bankgeheim nog overeind in akkoord spaargeld EU
De Europese Unie is er niet in geslaagd het bankgeheim in Luxemburg en Oostenrijk te kraken. Wel moeten de ’zwartspaarders’ belasting gaan betalen over de rente van hun geheime rekeningen. Daarover bereikten de ministers van Financiën van de EU dinsdag een akkoord.
Luxemburg en Oostenrijk weigeren hun bankgeheim op te geven zolang Zwitserland, dat geen lid is van de EU, dat ook niet doet. In het akkoord van dinsdag is de bepaling opgenomen dat zodra de Zwitsers informatie over bankrekeningen gaan geven in situaties zoals beschreven door de internationale organisatie OESO, het bankgeheim in de EU alsnog overal wordt afgeschaft. De kans dat dat snel gebeurt, is uiterst gering.
In 2000 leek het er nog op dat het zwarte geld op Luxemburgse en Oostenrijkse spaarrekeningen op den duur niet meer veilig zou zijn voor de fiscus. Maar deze twee EU-landen, die flink profiteren van de vele anonieme bankrekeningen, hadden er de harde voorwaarde in gebracht dat de Zwitsers ook hun bankgeheim zouden opgeven. Dat is ondanks vele onderhandelingen tussen de EU en Zwitserland niet gelukt.
Vanaf 2004 moeten de EU-landen die hun bankgeheim niet opheffen 15 procent belasting heffen op de rente van spaarrekeningen van andere EU-onderdanen. Vanaf 2007 is dat 20 procent en vanaf 2010 35 procent. Volgens een schatting van het Nederlands Juristenblad staat er ongeveer 30 miljard euro zwart geld gestald van Nederlanders in het buitenland.
„Voorlopig ben ik met dit resultaat zeer tevreden”, jubelde staatssecretaris Van Eijck van Financiën na afloop. Hij hoopt dat zodra de belasting 35 procent is, de spaarders er zelf de voorkeur aan zullen geven om naar de eigen fiscus te stappen. De Nederlandse belasting op het rendement op vermogen is immers lager, redeneert hij.
Het akkoord over spaargeld hangt nauw samen met een ander dossier: belastingkortingen voor het bedrijfsleven. Volgens de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, is de Nederlandse ’concernfinanciering’, waardoor multinationals fiscaal vriendelijk geld kunnen uitlenen aan dochterbedrijven, concurrentievervalsend. Het Nederlandse bedrijfsleven en ook Van Eijck hebben fel tegen afschaffing gevochten.
Dinsdag hebben de ministers besloten dat de concernfinanciering tot 2010 mag blijven, voor bedrijven die er nu al gebruik van maken. „Als de ministers een zo sterk signaal afgeven als vandaag, verwacht ik dat de Commissie dat zeer serieus neemt”, zei Van Eijck, die zeer in zijn nopjes was met deze uitkomst. Mocht de Commissie er toch een zaak van maken, dan kunnen de ministers dat in theorie tegenhouden.