De mannen, allen rond de 25, waren aan boord gekomen in Constantine, waar het vliegtuig op een vlucht van Parijs naar Algiers een tussenstop maakte. Zij gingen de cockpit binnen, waar twee van hen de piloot en copiloot aanvielen terwijl de derde de deur afsloot. Door de deur heen lieten de overvallers de rest van de bemanning weten een hoge Algerijnse regeringsvertegenwoordiger te willen spreken. De bemanningsleden, die intussen hadden begrepen dat de drie ongewapend waren, forceerden echter de deur en wisten de aanvallers te overmeesteren.

Welke functionaris de overvallers wilden spreken is niet bekendgemaakt. Of de mannen behoorden tot een van de opstandige bewegingen die sinds tien jaar in Algerije actief zijn was evenmin duidelijk.

Sinds 1994, toen de beruchte Gewapende Islamitische Groep (GIA) op kerstavond een passagiersvliegtuig van Air Algeria kaapte, hadden zich geen gewelddadige incidenten meer voorgedaan bij de Algerijnse luchtvaartmaatschappij. De kaping, die drie passagiers het leven kostte, eindigde destijds in Marseille, waar een speciale Franse eenheid het toestel bestormde en de kapers doodschoot.

De opstand in Algerije is nog altijd niet bedwongen en heeft al naar schatting 120.000 levens geëist.