Honger treft Madagaskar
Het zuidelijke deel van Madagaskar is getroffen door extreme droogte en hongersnood.
Door het gebrek aan neerslag in de zomer is de oogst vernield en hebben een half miljoen inwoners het moeilijk om water en voedsel te vinden.Het Wereldvoedselprogramma (WFP) en het VN-kinderfonds Unicef zijn gestart met voedseluitdeling, maar waarschuwen dat de huidige budgetten onvoldoende zijn om de 116.000 inwoners van de zwaarst getroffen regio’s Androy, Anosy en Atsimo Andrefana te helpen.
In Andranovory, en stad in Androy, zijn de prijzen voor water en voedsel de hoogte in geschoten. „Het is moeilijk om iets te drinken te vinden”, zegt Jeanette Ratianarivo, moeder van vijf kinderen. „Tien liter water kost al 2000 ariary (1 euro).” Dat is een klein fortuin in een land met een gemiddeld maandelijks inkomen van 26 euro.
Om gratis water te vinden moet Ratianarivo elke dag 15 kilometer lopen naar de dichtstbijzijnde bron. De kwaliteit is er slecht en eigenlijk enkel geschikt voor dieren of om kleren te wassen, zegt ze, maar de wanhopige bevolking gebruikt het als drinkwater of om ermee te koken.
Volgens Dr. Jocelyne Somarline van het Centrum voor Basisgezondheidszorg in Andranovory zijn daardoor veel dorpelingen ziek geworden. „De meerderheid van de bevolking in de buurt van de nationale wegen gebruikt zelfs water uit putten in het wegdek, omdat ze geen alternatief heeft”, zegt ze. Om te overleven verkopen veel gezinnen hun huishoudartikelen en vee.
Droogte is niet ongewoon in het zuiden van Madagaskar, maar dit jaar is het gebrek aan neerslag extreem. „De graanoogst in april is daardoor mislukt en de prijs van basisgoederen zoals mais en cassave is enorm gestegen”, zegt Andrien Hatsisenjanahary, dorpsoverste van Androy.
De situatie dreigt nog veel erger te worden, zo blijkt uit onderzoek van Unicef en het WFP. Ook de oogst van sorghum en mais dreigt immers tegen te vallen. Bovendien heeft de politieke instabiliteit in Madagaskar, die begon met een coup in januari, ervoor gezorgd dat veel hulporganisaties zich hebben teruggetrokken.
WFP en Unicef werken daarom samen met lokale organisaties om voedselhulp tot bij de bevolking te krijgen.