Deense monarchie onder druk
De discussie over de toekomst van de monarchie in Denemarken is fors opgelaaid na een merkwaardig verloop van de campagne voor een referendum over gelijkberechtiging van man en vrouw bij de troonsopvolging.
De populariteit van het koningshuis blijkt in de peilingen duidelijk te hebben ingeleverd en de roep om afschaffing van de monarchie klinkt plotseling luid op. In recordtempo heeft een nieuw opgerichte club met de naam ”De republikeinse grondwetsbeweging” vaste voet aan de grond gekregen.De beweging is in het leven geroepen door de vicevoorzitter van de bedaagde en gevestigde links-liberale politieke partij Radikale Venstre, waarvan de leden niet echt als barricadebestormers bekendstaan, maar eerder als nette progressief denkende mensen die vooral inzetten op burgerzin. Dat gegeven signaleert dat er iets is gaan broeien onder grote delen van de Deense bevolking, zo weten de met analyses van de volksstemming over elkaar heen buitelende experts en commentatoren.
Het Deense koningshuis heeft de afgelopen jaren kunnen bogen op een rotsvaste positie zonder dat er sprake was van een wezenlijk debat over hoe het verder moet. Het sinds 1972 zittende staatshoofd koningin Margrethe II heeft daartoe ook nooit aanleiding gegeven, behendig als zij zich kwijt van haar ceremoniële taken, terwijl ze zich nauwgezet onthoudt van iedere controversiële stellingname.
De aanloop naar het referendum van 7 juni heeft echter het een en ander aan vraagtekens losgemaakt, onder meer ten aanzien van de privileges van de leden van het koninklijk huis. Dat dit ook almaar groter wordt door echtscheidingen, nieuwe huwelijken van de gescheidenen en jonge aanwas, speelt ongetwijfeld een rol. De taken van al die vertegenwoordigers met een koninklijke en/of prinselijke titel zijn er niet duidelijker op geworden.
Het referendum, waarbij het erom ging ook vrouwelijke eerstgeborenen de status van officiële troonopvolger te geven, had een formaliteit moeten worden, maar werd door de oppositiepartijen en principiële republikeinen aangegrepen om de kat de bel aan te binden.
Dat is gelukt, hoewel de volksstemming geheel volgens de opzet verliep en een grote meerderheid opleverde voor de gevraagde gelijkberechtiging. Dat prins-gemaal Henrik tussen de bedrijven door nogmaals riep dat hij nu ook koning moest kunnen worden, is daarbij door de meeste Denen opgevat als een wat oudbakken komische noot.
De vraag echter waarom deze beperkte grondwetswijziging nu moest worden gehouden, is niet beantwoord. De huidige troonsopvolgers zijn allemaal mannen, met kroonprins Frederik en zijn 3-jarige zoon Christian voorop, en daarmee is de gelijkberechtigingskwestie volgens de critici pas actueel over een halve eeuw of daaromtrent.
De populariteit van het koninklijk huis in Denemarken lijkt na het referendum hoe dan ook niet onaantastbaar.