Cuba blijft inzetten op het toerisme
Cuba is er in 2002 voor het derde jaar op rij niet in geslaagd 2 miljoen toeristen aan te lokken - een doelstelling die volgens experts nochtans haalbaar is. Maar de Cubaanse regering blijft geloven in de vrijetijdsindustrie, al was die er met haar slechte prestaties van het afgelopen jaar schuldig aan dat het Cubaanse bruto binnenlands product maar met 1,1 procent steeg.
Cuba kreeg vorig jaar 1,7 miljoen buitenlanders op bezoek, 5 procent minder dan het jaar daarvoor. Maar de laatste weken van het jaar waren bijzonder goed, wat volgens vice-president Carlos Laga van december een recordmaand maakte. „Het toerisme begint zich te herstellen”, maakt Laga zich sterk. Volgens hem zijn de fundamenten voor een duurzame groei gelegd, al heeft Cuba sinds 11 september 2001 geleerd dat bezoekersstromen erg gevoelig zijn voor „internationale factoren die buiten de macht van de regering liggen.”
Het eiland werd in 1990 voor het internationaal toerisme geopend; tot 2000 groeide de sector met gemiddeld 18 procent per jaar. De badplaats Varadero, de belangrijkste toeristische trekpleister van het Caraïbische eiland, noteerde eind december meer dan 21.000 bezoekers per dag. Daarmee is het hoogseizoen schitterend ingezet. Plaatselijke bestuurders verwachten dat de dagelijkse bezoekersaantallen tot eind maart tussen 20.000 en 23.000 zullen blijven schommelen.
In Canada, het belangrijkste herkomstland van toeristen in Cuba, zullen de komende maanden elke week een vijftigtal vluchten met bestemming Varadero vertrekken; ook vanuit Europa vinden steeds meer mensen de weg naar de badplaats die bekendstaat om zijn hagelwitte zandstranden. Net als in enkele andere Cubaanse kustplaatsen kunnen Europese toeristen in Varadero met euro’s betalen.
De slechte resultaten die het Cubaanse toerisme vorig jaar deed optekenen, zijn volgens de Cubaanse autoriteiten deels op rekening van de wereldwijde groeivertraging te schrijven en deels te wijten aan de angst voor buitenlandse reizen als gevolg van de terreuraanslagen in New York en Washington.
Vooral Cubanen die kamers verhuren aan buitenlandse toeristen klagen over het afgelopen jaar. „Velen van ons moesten hun spaargeld aanspreken om de belasting (250 dollar per kamer per maand) te kunnen betalen”, zegt Marta López, een van de getroffen eigenaars. Ze geeft toe dat december meeviel, maar vindt toch dat die traditionele opleving vóór 2001 vroeger begon en duidelijker was. Het afgelopen jaar is het aantal kamers dat bij particulieren kan worden gehuurd in Cuba met 3000 eenheden gestegen, tot een totaal van 40.000.
Ook de toeristische basisinfrastructuur werd vorig jaar uitgebreid, ondanks de nijpende deviezenschaarste waarmee Cuba af te rekenen heeft. In december werd de nieuwe internationale luchthaven van Cayo Coco in gebruik genomen, die per jaar 1,2 miljoen passagiers kan verwerken. De luchthaven wordt uitgebaat door een Spaanse onderneming die een samenwerkingsovereenkomst met de Cubaanse staat is aangegaan. Cayo Coco is het belangrijkste eiland van de archipel Jardines del Rey en vormt het op twee na belangrijkste toeristische centrum van Cuba. In december is er een natuurpark geopend dat ecotoeristen zou moeten aantrekken.
Cuba wil naast de traditionele strand- en cultuurvakanties ook andere reisformules aanbieden. Ecotoerisme is maar een van de alternatieven - de Cubaanse overheid verwacht ook veel van speciale gezinsreizen en van de organisatie van internationale bijeenkomsten en evenementen.
Amerikanen die geen familie in Cuba hebben en geen professionele reden kunnen opgeven om het eiland te bezoeken, mogen eigenlijk nog altijd niet naar Cuba reizen. Toch bezoeken volgens de Cubaanse overheid elk jaar zo’n 150.000 Amerikanen het eiland, van wie maar eenderde Cubaanse verwanten heeft.