Nee tegen de wapens van Hezbollah
De anti-Syrische 14 maartbeweging heeft de parlementsverkiezingen in Libanon zondag met een comfortabele meerderheid gewonnen. De Libanezen verkiezen het blok dat onder leiding staat van Saad al-Hariri, de zoon van de vermoorde oud-premier Rafiq, boven de door Hezbollah geleide oppositie. De uitslag wordt geïnterpreteerd als een nee tegen de wapens van Hezbollah.
Beide politieke kampen blaakten van zelfvertrouwen in de aanloop naar de stembusgang. De Hezbollahoppositie sprak zelfs van een referendum over de toekomst van het gewapende verzet. In dat opzicht liegen de cijfers niet: Hariri en consorten wonnen 71 van de 128 te vergeven stoelen in het parlement. De oppositie de overige 57.Een uitslag die tegen alle prognoses van de afgelopen week indruist. Vrijwel direct nadat de Libanese minister van Binnenlandse Zaken Ziad Baroud gisteren de officiële uitslag bekendmaakte, stroomden de felicitaties aan het adres van Hariri binnen. Buurland Syrië reageerde minder enthousiast.
De crisis in Libanon duurt eigenlijk al sinds de aanslag op Rafiq al-Hariri, 14 februari 2005. In de jaren die volgden waren tientallen anti-Syrische politici en journalisten het doelwit. In Libanon werd vooral Damascus als schuldige aangewezen. In de dagen na de aanslag spleet de maatschappij in tweeën: aan de ene kant de unieke anti-Syrische coalitie van soennieten, druzen en christenen onder leiding van Hariri’s zoon en aan de andere kant de twee grootste sjiitische partijen Hezbollah en Amal. Een massale betoging precies een maand na de aanslag –op 14 maart– zorgde ervoor dat buurland Syrië de troepen na bijna dertig jaar versneld terugtrok. De multireligieuze coalitie van Hariri werd omgedoopt tot de 14 maartbeweging.
De verkiezingen in datzelfde jaar waren eveneens niet onomstreden. Voor het eerst in de Libanese geschiedenis werd een anti-Syrische meerderheid in het parlement verkozen. De partijen wonnen 72 zetels. Het pro-Syrische blok werd gedegradeerd tot de rang van oppositie: een rol waaraan ze niet kon wennen. Binnen een paar maanden viel een regering van nationale eenheid uiteen. De sjiitische ministers stapten op en een langdurige politieke impasse begon.
Ook veel christenen voelden zich niet in de regering vertegenwoordigd. Een van de meest prominente christelijke leiders, oud-generaal Michel Aoun, werd van meet af buiten de regering van nationale eenheid gehouden, terwijl de andere grote christelijke partijen uit de 14 maartbeweging wel zitting namen in de regering. Begin 2006 sloot Aoun compleet onverwacht een overeenkomst van wederzijds begrip met Hezbollah, hoewel Aoun jarenlang fel tegenstander was van het gewapende Libanese verzet en van de invloed van Hezbollahs voornaamste sponsoren: Syrië en Iran. Deze alliantie is nu afgestraft.
Het Libanese politieke consensussysteem functioneert alleen wanneer partijen samenwerken. In land waar achttien verschillende geloofsgroepen bestaan en waar de zetels in het parlement, net als nagenoeg alle belangrijke publieke functies, evenredig worden verdeeld tussen moslims en christenen is het onmogelijk een geloofsgroep van het nationale bestuur uit te sluiten. Dat blijkt immer recept voor geweld op straat.
De geweldsuitbarsting van vorig jaar mei is hiervan een duidelijke illustratie. Toen na ruim achttien maanden demonstreren de Hezbollah-Aounalliantie er niet in slaagde de in hun ogen niet legitieme regering omver te werpen, veroverde Hezbollah met geweld een deel van de hoofdstad. Als compromis werd een nationale-eenheidsregering overeengekomen, met daarin een vetorecht voor de oppositie. Op deze manier kon Hezbollah elk kabinetsbesluit wat het niet aanstond torpederen.
De oppositie heeft de nederlaag van zondag grootmoedig geaccepteerd. Hezbollahleider Hassan Nasrallah feliciteerde gisteravond in een toespraak de 14 maartbeweging met de overwinning. De Hezbollah-chef onderstreepte op hetzelfde moment „de uitdagingen” die het land nog heeft. En daarmee slaat Nasrallah de spijker op zijn kop. Ook al hebben de verkiezingen een duidelijk signaal afgegeven, het betekent absoluut niet dat de problemen in het land zijn opgelost. Op de achtergrond spelen nog diverse zaken. Naast de toekomst van de wapens van Hezbollah is er spanning tussen beide kampen omtrent het Hariritribunaal in Leidschendam. Ook dient het sterk verouderde staatsapparaat gemoderniseerd te worden.
Om het meningsverschil rondom de wapens van Hezbollah op te lossen zaten de politieke leiders het afgelopen jaar diverse malen met elkaar rond de tafel. Ze probeerden het eens te worden over een Nationale Defensie Strategie waarbij iedereen zich prettig voelt. In zeven ronden van dialoog sinds de geweldsuitbarsting vorig jaar, is nog feitelijk niets afgesproken. Het enige waar de partijen het over eens konden worden, waren de verkiezingen van zondag. Nu die erop zitten, luidt de vraag die velen zich in het land van de ceder stellen: is met deze uitslag het einde van de crisis in zicht, of staat een nieuwe op het punt van beginnen?